ook praktisch het schaakspel lief te hebben en te beoefenen. Hij toonde dit door zijne medewerking in den wedstrijd tegen den Westduitschen Schaakbond te Neuss en in tal van Massakampen.

Als laatste groet verzoek ik de Vergadering als één man op te staan en het bestuur te machtigen tot het verzenden van het volgende telegram aan Dr. A. van Rhijn :

„De Algemeene Vergadering van den Nederlandschen Schaakbond vereenigd te „Utrecht, brengt U haar hulde, betreurt Uw heengaan als Voorzitter en zegt U „dank voor de vele diensten door U als Voorzitter aan den Nederlandschen Schaakbond bewezen."

Mijne heeren, verder zal aan uw onderzoek worden onderworpen eene reglementswijziging, noodzakelijk geworden door het voorstel van den heer Jhr. H. Strick van Linschoten, tot afschaffing van het stemmen bij volmacht. Het bestuur heeft gemeend van deze gelegenheid gebruik te moeten maken om nog enkele andere wijzigingen aan uwe goedkeuring te onderwerpen.

Zooals U in het Tijdschrift hebt kunnen lezen is de beraamde massakamp met Engeland niet doorgegaan, tot teleurstelling van velen, ook in Engeland.

Het plan is voorloopig afgesprongen op de niet tot overeenstemming te brengen eischen van de uitgenoodigde sterke Nederlandsche schakers. Eenigen, die niet gemist konden worden, verklaarden door drukke werkzaamheden te zijn verhinderd, sommigen wenschten slechts één partij te spelen en anderen verklaarden juist in dat geval liever niet mede te doen. Ook over den datum van den wedstrijd kon geen overeenstemming worden verkregen. Indien met Kerstmis of Paschen die overeenstemming weêr niet te verkrijgen is, dan, vermoed ik, zal deze wedstrijd met Engeland tot de vrome wenschen blijven behooren. Zonder over en weer schikken en toegeven is geen samenwerking te verkrijgen; indien de wedstrijd toch doorgaat, zal Nederland door uit te moeten komen met minder sterke spelers, door het verzaken van zijn zinspreuk „Eendracht maakt macht", den nederlaag lijden.

Dr. van Rhijn had de goede gewoonte de algemeene vergaderingen steeds te openen met de lezing over het een of ander onderwerp. Hoewel slechts fungeerendvoorzitter, wensch ik niet van dit schaakgebruik af te wijken en heb daarom een onderwerp gekozen, dat U denkelijk, vooral in de tegenwoordige tijden, wel zal interesseeren, n.1.

Het Schaakspel in Japan. (*)

Er zijn twee spelen in Japan die het geheele jaar door, talrijke beoefenaars tellen en wel het Shogi-spel en het Go-spel. Het eerste, eeuwen geleden utt China overgebracht, komt overeen met ons schaakspel. Men heeft daarvoor noodig een bord met 9X9 velden van gelijke kleur. Dit bord is gewoonlijk een tafeltje op 4 pooten of een papieren diagram waarvan de velden eenigszins langwerpig vierkant zijn.

Elk der beide spelers heeft 20 stukken, die geplaatst worden, evenals bij ons,

(*) C. TSelto. 1'apier-Schmetterlinge aüs Jaspan. Leipzig 1888.

Stewart Culin. Chess and Paying-cards. Smithsonian lnstitution. United States National Museum. Washington, 1898.

Basil Hall Chamberlain. Things Japanese. Yokohama. 1902.