in het eerste lid daarvan de woorden „artikel 12" worden vervangen door „de artikelen 16b en 16c".

Aan artikel 14 wordt onder „Bedrag van het abonnement" als nieuw lid toegevoegd:

„De bepaling van het abonnement naar het aantal aangevraagde gesprekken geschiedt door middel van gesprekkentellingen, welke plaats hebben op tijdstippen en op de wijze als door het Hoofd van den dienst noodig wordt geoordeeld. Bij bevinding binnen de eerste drie abonnements-maanden van een hooger aantal gesprekken, dan waarvoor het abonnement is vooruitbetaald, is het meerdere aboimementsbedrag' terstond verschuldigd".

Artikel 16 wordt gelezen:

Betaling van abonnementsgelden.

De abonnementsgelden moeten bij vooruitbetaling worden voldaan.

Het abonnement over de eerste drie maanden wordt ineens bij de aanvraag van de aansluiting ten telefoonkantore gestort, tegen ontvangst van een door den betrokken ambtenaar van den Post-, Telegraaf- en Telefoondienst geteekende kwitantie.

De abonnementsgelden over elk der volgende maanden worden voldaan:

a. op plaatsen, waarvoor dit door het Hoofd van den dienst wordt bepaald, op aanbieding eener door den met de inning belasten ambtenaar van den Post-, Telegraaf- en Telefoondienst geteekende kwitantie, ten huize of kantore van den geabonneerde (te zijner keuze);

b. op alle andere plaatsen door storting van het verschuldigde mede tegen ontvangst van een kwitantie ten kantore van den door het Hoofd van den dienst aan te wijzen ambtenaar.

In het geval bedoeld onder a worden de kwitanties ten hoogste tweemaal aangeboden.

Bij niet betaling, ook na de tweede aanbieding, bestaat tot het einde der maand nog gelegenheid het verschuldigde op het betrokken kantoor te voldoen.

In het geval bedoeld onder b bestaat gedurende de geheele maand, voorafgaande aan die waarover het abonnement loopt, gelegenheid de verschuldigde gelden te voldoen.

Als nieuwe artikelen 16a, 16b en 16c worden ingevoegd: