zondere kweekscholen voor Inlandsche onderwijzers, die in het gewest van herkomst niet in de gelegenheid zijn een soortgelijke school tebezoeken, bij toelating tot de school en het zich gedurende den vacantietijd begeven naar hunne familie, een tegemoetkoming in de reiskosten dan wel vrij vervoer voor rekening van den Lande toe te kennen op den voet van de voor reizen van kweekelingen vastgestelde of nog vast te stellen bepalingen.
Ten tweede: Te bepalen, dat het in artikel 1 van dit besluit bedoeld vervoer, voor zoover het zal plaats hebben langs de Staatsspooren tramwegen, zal geschieden op reisaanvragen, in verband waarmede de staat behoorende bij § 3, artikel 4 van de bij artikel 1 van het besluit van 1 Maart 1913 n: 13 vastgestelde Bepalingen betreffende het vervoer van 's Landsreizigers en goederen op de Staatsspoor- en tramwegen in Nederlandsch-Indië (Bijblad op het Staatsblad II5 v849) nader wordt aangevuld als volgt:
Leerlingen van de bijzondere kweekscholen voor Inlandsche onderwijzers, die in het gewest van herkomst niet in de gelegenheid zijn een soortgelijke school te bezoeken, bij toelating tot de school en het zich gedurende den vacantietijd begeven naar hun familie.
Uittreksel enz.
No. 9793. ONDERWIJS. LICHAMELIJKE ONTWIKKELING.
Machtiging om aan het Hoofdbestuur van de Nederlandsch-Indische Padvindersvereeniging eens jaarlijksche tegemoetkoming te verleenen.
BESLUIT.
No. 50. Buitenzorg, den 303ten Mei 1921.
Gelet enz.;
Gelezen enz.;
ls goedgevonden en verstaan:
Den Directeur van Onderwijs en Eeredienst te machtigen om aan het Hoofdbestuur van de Nederlandsch-Indische Padvinders-A ereeniging voor de werkzaamheden dier vereeniging op het gebied van verdere vorming der jeugd, inzonderheid in het belang van hare lichamelijke ontwikkeling, op aanvraag jaarlijks toe te kennen een tegemoetkoming tot ten hoogste het bedrag, waarop voor dat