keninrichting te exploiteeren ten behoeve van andere dan onvermogende lijders, mits de geneeskundige verzorging der onvermogende lijders in afdeeling A daaronder niet lijdt en de klasseverdeeling geen andere zij, dan in het vorige artikel genoemd.
Artikel 17.
De beoordeeling of de verpleging der Landspatiënten in het hospitaal aan redelijke eischen beantwoordt, geschiedt door den Hoofdinspecteur, Hoofd van den Burgerlijken Geneeskundigen Dienst, die zich daarbij doet voorlichten door de ambtenaren, die het plaatselijk of algemeen toezicht op genoemden Dienst uitoefenen.
De vereeniging verbindt zich om aan de in het vorige lid bedoelde ambtenaren op hun verzoek ten allen tijde toegang tot de ziekeninrichting te verleenen en om hun door den Directeur-geneesheer of dengene, die hem vervangt, alle verlangde inlichtingen te doen geven nopens de geneeskundige behandeling en verzorging der patiënten.
Artikel 18.
Wanneer het Gouvernement te eeniger tijd mocht overgaan tot de oprichting op de aan het in artikel 1 omschreven perceel aangrenzende gronden van afdeelingen voor de geneeskundige behandeling van zieke gevangenen en/of krankzinnigen, zal de Vereeniging ook de geneeskundige verzorging in die afdeelingen op zich nemen tegen nader alsdan overeen te komen voorwaarden.
Artikel 19.
Zoolang Gouvernementslijders in het hospitaal verpleegd moeten worden zal het Bestuur der Vereeniging moeten bestaan uit een oneven getal leden — vijf niet te boven gaande — waarvan twee door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur te benoemen.
Artikel 20.
Het hospitaal zal staan onder leiding van een Directeur-geneesheer, die door het Bestuur der Vereeniging wordt benoemd en ontslagen. Zijne bevoegdheden zullen worden vastgesteld in eene instructie, in onderling overleg door partijen op te maken.
Artikel 21.
Bij niet, of niet behoorlijk, of niet tijdig nakomen door de Vereeniging van een of meer harer verplichtingen, uit deze overeen-