Artikel 12.
Bij niet of niet behoorlijk of niet tijdig nakomen door de Vereeniging van een of meer harer verplichtingen, uit deze overeenkomst voortvloeiende, zal zij schriftelijk door den Hoofdinspecteur, Hoofd van den Burgerlijker Geneeskundigen Dienst op hare tekortkoming worden gewezen. Indien zij ook daarna in gebreke blijft die verplichting na te komen, dan wel bij herhaalde tekortkomingen, zal het Gouvernement het recht hebben de geheele overeenkomst op
te zeggen op een termijn van maanden, na verloop waarvan
de overeenkomst van rechtswege, en derhalve zonder rechterlijke tusschenkomst zal zijn ontbonden, renuntieerende partijen voor dat geval te allen overvloede aan de artikelen 1265 en 1266 van het Burgerlijk Wetboek, onverminderd het recht van het Gouvernement op schadevergoeding, ingeval daarvoor termen bestaan.
Artikel 13.
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalden tijd, doch
minstens voor een tijdvak van jaren. Na verloop van dit
tijdvak zal ieder der partijen haar met inachtneming van een opzeggmgstermijn van één jaar, tegen het begin van een nieuw kalenderjaar kunnen opzeggen.
Artikel 14.
Ingeval de overeenkomst eindigt door opzegging van de zijde van het Gouvernement in een geval als in artikel 12 genoemd, of door opzegging van de zijde van de Vereeniging, of door hare ontbinding of liquidatie, zal de Vereeniging op eerste aanzegging en ineens aan den Lande moeten terugbetalen alle door het Gouvernement te veel vooruit betaalde bijdragen in de exploitatiekosten, benevens alle door haar van het Gouvernement genoten voorschotten, voorzoover deze bij de beëindiging der overeenkomst nog niet zijn afgelost, alsmede de door het Gouvernement gedane uitgaven, bedoeld in artikel 2, lid 2 ten behoeve van de daar genoemde werken, verminderd met een normaal percentage voor afschrijving op deze bouwwerken voor den tijd, dat zij in gebruik zijn geweest. Bij verschil tusschen partijen omtrent de hoegrootheid dezer afschrijving, beslist een commissie als in artikel 15 bedoeld, met inachtneming van de gebruikswaarde die de gebouwen bij 't eindigen der overeenkomst nog bezitten.