BUITENLAND

' = Adres :

Ph. J. Ham, Veelzigtstr. 9 B, Rotterdam W.

STANISLAS BIZOT f Ondanks grote roem een eenvoudig man.

In het kort maakten wij in ons vorig nummer reeds melding van het overlijden van de grote Franse Dammeester Stanislas Bizot.

De heer P. Lucot, secretaris van de Franse- en Internationale Dambond wijdt in de Mei-—Juni nummers van het officieel orgaan van onze Franse zuster-organisatie „L'Effort" een uitvoerige beschouwing aan deze speler van buitengewoon groot formaat. Na een ziekte van enkele maanden overleed S. Bizot op 2 Juni 1.1. in de ouderdom van 70 jaar, diep betreurd door zijn echtgenote en zijn talrijke vrienden. De Franse Dambond. de Internationale Dambond en de Damier Parisien zijn in rouw. Frankrijk, aldus „L'Effort , waaraan wij een gedeelte onzer gegevens ontlenen, verloor een zijner meest brillante meesters. Bijna geheel zijn leven wijdde hij aan de studie en de perfectionnering van ons spel, waaraan hij tot op zijn sterfbed toe geheel gehecht was. Geniaal speler als hij was, nam hij zo goed als aan alle grote tournooien deel, waarbij hij zich steeds onder de eersten wist te plaatsen. Ondanks zijn vaak grote successen legde hij een bewonderenswaardige eenvoud aan de dag.

Zijn afscheid wordt niet alleen diep betreurd door de Franse Dambond en meer speciaal door de „Damier Parisien , waarvan hij lange jaren lid was, maar eveneens door de gehele wereldkring van dammers. Ook de Nederlandse Dambond alsmede de Internationale Damorganisatie betreuren zijn heengaan en schrijver dezes biedt mede uit naam van beide laatstgenoemde organisaties aan Mevrouw Bizot zijn innige deelneming aan.

S. Bizot werd op 22 December 1879 te Nice geboren, doch zijn ouders vestigden zich toen Bizot 2 jaar oud was in Parijs. In December 1901, op 22 jarige leeftijd, kwam hij door een toevallige samenloop van omstandigheden in dammerskringen terecht. Hier ontdekte men aldra, dat men met een speler te doen had, wiens spel een goede belofte voor de toekomst inhield. Na aanvankelijk in 1902 en 1905 successen te hebben geboekt in wedstrijden uitgeschreven door zijn club, nam hij in 1909 deel aan een internationaal tournooi te Parijs, waarbij hij als vierde deelnemer aankwam. Hij ontmoette hier spelers als Weiss, Molimard en onze

landgenoot de Haas. In 1910 bezette hij de 2e plaats in het kampioenschap van Parijs en in 1911 de 5e plaats. Toen trok hij zich een grote tijd uit het damleven terug, waarna de oorlog 1914—1918 verder spelen geheel onmogelijk maakte.

In 1920 verscheen hij weer op het toneel en bezette hij de 2e plaats in het kampioenschap van Parijs. Nogmaals trad een verslappingsperiode in, doch dan zette hij zich opnieuw aan een serieuze studie van ons spel, met als resultaat, dat hij in 1925 de titel van wereldkampioen veroverde in het tournooi, waaraan ook Nederlandse spelers deelnamen. Opmerkelijk was, dat hij in dit sterk bezette tournooi geen enkele partij verloor. In 1926 echter moest hij zijn titel aan Marius Fabre afstaan.

Als 3e aankomende in het kampioenschap van Parijs taam hij in 1927 deel aan een internationaal tournooi. In dit tournooi overwon hij de sterkste spelers van zijn tijd, zoals Fabre, Weiss en onze landgenoten Springer en Hoogland. Alsdan heeft hij zijn hoogtepunt bereikt, want een jaar later in 1928 wist hij slechts de 7e plaats te bereiken in een wedsrrijd om de wereldtitel, welke in ons land gespeeld werd. Echter wist hij in 1929 en 1930 het kampioenschap van Parijs te behalen. Opnieuw waagde hij een kans in het wereldkampioenschap. Dat was in 1931, toen hij de 2e plaats innam, achter zijn landgenoot M. Fabre. Met een punt achterstand op laatstgenoemde speler bezette hij in 1935 de 2e plaats in het kampioenschap van de Lichtstad.

Aan verschillende kampioenschappen in Frankrijk nam hij vervolgens deel en in 1939 zien wij hem de 3e plaats bezetten in het kampioenschap van Parijs met slechts 3 punten achterstand op de kampioen Verse. In 1942 en 1943 zette de opkomende speler (de latere wereldkampioen) P. Ghestem hem de voet dwars en nam hij in het Parijse kampioenschap de 2e plaats in.

Ondanks zijn 68-jarige leeftijd zien wij hem in 1948 in Lyon deelnemen aan het kampioenschap van Frankrijk. Hier eindigde hij op de 4e plaats met slechts 3 punten verschil op de kampioen Marcel Bonnard, waarbij hij 14 concurrenten te bekampen had. Tenslotte een jaar voor zijn dood bezette hij met Malfray en Fayet de le plaats in het Franse landskampioenschap. In dit tournooi met 13 medespelers, waaronder 5 meesters, ontging hem echter de titel in een beslissingswedstrijd.

Dat werd dan het einde van een grote