Uit bovenstaand overzicht blijkt, dat in 1949, ongeveer een half jaar nadat de wedstrijden om het wereldkampioenschap in ons land waren verspeeld en Piet Roozenburg de titel op zijn naam wist te plaatsen, het aantal leden met 291 daalde. Waar als gevolg van de grote propaganda, welke van het wereldtournooi uitging, een belangrijke stijging van het aantal leden algemeen werd verwacht, viel het resultaat bitter tegen en was het voor allen een grote teleurstelling.

De achteruitgang in het daaropvolgend jaar was nog groter. Tussen April 1949 en April 1950 verloren wij opnieuw een vrij groot aantal leden nl. 387. De totale achteruitgang 1 April 1948—1 April 1950 bedroeg 678 of ruim 7.5 %. Tegenover een winst van 151 leden in 5 provincies stond helaas een verlies van 830 in de overige provincies. Procentsgewijs boekte Drente het grootste verlies (32.1 %) daarna kwam Overijsel met 26.8 % en verder Noord-Brabant en Gelderland met resp. 20.4 en 17:5 %. Ook NoordHolland kwam boven een verlies van 10 % uit.

De oorzaken van het geboekte verlies op te sporen heeft o.i. weinig zin. Maandenlang hebben wij ons bezig gehouden met de vraag: Waaraan is deze achteruitgang toe te schrijven.

Dat het leden-verlies ontstond in een periode, waarin wij ons bijzonder toelegden op leden-werving onder de jeugd, o.m. door de oprichting van Junioren-tientallen, de beoefening van ons spel in en buiten schoolverband of als vrije-tijd-besteding, maakt het geheel nog meer onverklaarbaar. Terugblikken zal ons onder de huidige omstandigheden niet verder brengen.

We moeten vooruit !

De Provinciale Bonden kunnen en moeten ons daarbij in belangrijke mate behulpzaam zijn. Op de eerste plaats die Bonden, welke verlies boekten. Zij moeten er een eer in stellen niet alleen het geleden verlies terug te halen, maar zelfs in vrij belangrijke mate trachten uit te komen boven het hoogste cijfer. Anders zal, de leus van onze Bondssecretaris slechts een leus blijven.

Hoe U dat moet aanpakken behoeven wij U heus niet te vertellen.

Wij hebben op dit punt voldoende vertrouwen in de bekwaamheid der Provinciale Besturen en hun volijverige propagandisten.

Ook de verenigingen kunnen een handje mee-helpen. Als alle verenigingen kans zagen 5 nieuwe leden aan te werven zouden wij 450X5 of 2.250 nieuwe. leden in het

Bondsregister kunnen inschrijven. Daarmede zou zelfs het aantal van 10.000 zijn overschreden.

Kom, laten wij de zaken eens flink aanpakken ! Nü direct, zodat wij zelfs nog voor de datum waarop wij ons 40-jarig bestaan zullen herdenken, het gestelde doel hebben bereikt.

En ik durf er een lief ding om te verwedden, dat het Bondsbestuur straks voor die club of Provinciale Bond, welke ons het 10.000ste lid doorgeeft, een mooi geschenk zal beschikbaar stellen.

Maakt allen de leuze van onze Bondssecretaris tot de Uwe :

Op naar de 10.000

Wij rekenen en vertrouwen op Uw aller medewerking.

J. H. W.

BEZETTING PLAATSEN 6 EN 7 VAN DE VOORWEDSTRIJD P. K. v. N 1950

Nadat de eerste 'serie beslissingspartijen tussen de heren H. Onnink uit Aalten en O. Doornbos uit Appingedam in remise warer. geeindigd, werd met Pinksteren 1950 een tweede serie gespeeld.. De -heer Onnink kwam hierbij als overwinnaar te voorschijn en wist een plaats in de finale Persoonlijk Kampioenschap van Nederland 1951 te verzekeren. Hij won de strijd met 4—2.

G. S. Clubkampioen van Nederland

Door 2 achtereenvolgende overwinningen in de finale n.1. met 13—7 op D.C.L. te Leeuwarden en met 12—8 op Excelsior te 's-Bosch is G.S. wederom weer eens clubkampioen -van Nederland.

Dit is een jubileum-kampioenschap, want in het bestaan van G.S. is dit nu de 10e maal. Na afloop van de wedstrijd werd G.S. gefeliciteerd door de Bondsvoorzitter, die met de secretaris aanwezig was. Ook Excelsior bood zijn gelukwensen aan.

Adresveranderingen

Amsterdam. Chr. Damvereniging „Fahrenheit". Secretaris is thans J. Bernhard, Krugerstraat 18, I. Oost.