BINNENLAND

— Adres : HOOFDREDACTIE

ERE LID DE WOLF.

Het is voor mij een aangename taak in dit maandblad mededeling te kunnen doen van de benoeming tot ere-lid van de N.D.B. van de heer F. de Wolf te Amsterdam.

Tal van jaren — meer dan 30 — heeft

hij op de bres gestaan voor de belangen van de N.D.B. In al die jaren was hij wedstrijdleider van vrijwel alle in Amsterdam gespeelde bondswedstrijden, zowel in clubverband als persoonlijke. De Wolf is altijd present en men zag hem graag, omdat hij een gedegen wedstrijdleider was.

Bij dit ere-lidmaatschap sluit de heer de Wolf zijn loopbaan heus nog niet af. Daarvoor is hij nog te kras en liggen hem de damaangelegenheden te na aan het hart.

Wij wensen vriend de Wolf nog vele jaren goede gezondheid, waardoor hij tevens in staat zal zijn de werkzaamheden vast te zetten.

LIEVE.

AANVULLING.

1723 wordt 1710!!

Het in het April No. genoemde jaartal 1610 moet zijn 1710. Inmiddels meldt de heer O. G. v. Veen, dat dit bord een 100 ruitenbord was ! Het was tevens voorzien van de inscriptie „Aartswoud".

Hiermede moet de anecdote uit het werk van Manoury teruggezet worden op 1710. Doch aangenomen kan thans worden dat deze datum valt vóór het jaar 1700 ! Het is onbegrijpelijk dat honderden dammers deze tentoonstelling zagen en er in de loop van de tijd nergens iets over vermelden !

J. J. H. M.

De jeugd overwint!

In de wedstrijden om het persoonlijk kampioenschap van Nederland 1950 te Amsterdam gehouden, werden de drie bovenstaande plaatsen bezet door de 3 jongste deelnemers, te weten P. Roozenburg, G. van Dijk en

F. Gordijn (ex aequo met Keiler,). En ook in de voorwedstrijden, welke in Utrecht plaatsvonden, bezetten de jongste deelnemers P. Bergsma (Leeuwarden) en M, J. Haasdonk (Den Haag) ex aequo de 1 plaats.

Onze Bondsvoorzitter vond, bij de sluiting te Utrecht, aanleiding om op dit merkwaardig en o.i. belangrijk verschijnsel, de aandacht te vestigen. Met belangstelling wordt nu reeds in de kring der betrokkenen (Friesland en Z.-Holland) naar de resultaten van laatstgenoemde spelers in de finale 1951 uitgezien.

De door deze jonge spelers behaalden overwinningen zullen de jeugd zeker nog meer inspireren en haar aansporen zich nog intensiever op de beoefening van ons spel toe te leggen.

Daarmede zou tevens de actie, die vele bestuurders onder de jeugd ondernemen, zijn beloond!

Persoonlijk Kampioenschap van Friesland 1950

P. Bergsma driemaal achtereenvolgens kampioen.

P. Bergsma 9 8 1 0 17

M. Bandstra 9 5 3 1 13

F. Visser 9 2 6 1 10

R. Bergsma 9 2 5 2 .9

Jac de Korte 9 3 3 3 9

O. Visser 9 2 4 3 8

C. Wiersma 9 2 .4 3 8

A. Rinsma 9 2 3 4 7

J. v. d. Vugt 9 13 5 5

H. de Hoop 9 0 4 5 4

Op overtuigende wijze werd de /^-jarige DCL-er P. Bergsma hierdoor voor de 3e achtereenvolgende maal kampioen. Doordat hij zich bovendien in de finale K.v.N. 1951 heeft geplaatst, is zijn clubgenoot Bandstra als no. 2 gerechtigd deel te nemen aan het gewestelijk kampioenschap 1950.

Rotterdam. Om gezondheidsredenen zag de heer J. Lodewijkx zich genoodzaakt de functie van le voorzitter van de Rotterdamse Dambond neer te leggen. Een besluit, dat dient gerespecteerd te worden maar dat toch met enig leedwezen werd vernomen.

De heer L. heeft zijn taak steeds met toewijding en groot verantwoordelijkheids gevoel waargenomen. Wij wensen de heer L. spoedige beterschap toe. Toegewijde functionarissen als de heer L. missen we node. W.