door Dr. G. J. Dozy, destijds (1909) leraar H.B.S. met 3-jarige cursus te 's-Gravenhage. Daaruit haal ik aan :

„Uit de omstandigheid dat dammen en schaken steeds uitgezonderd werden bij de verbodsbepalingen tegen het spel, mogen wij wel opmaken, dat hierbij in de regel niet om geld gespeeld werd. In ieder geval waren het spelen van hogere orde, die uit de aard der zaak alleen door mensen van meer ontwikkeling beoefend werden. Eerst in de zestiende eeuw werd de naam van „schijfspel", zoals het in, de middeleeuwen genoemd werd, vervangen door die van damspel. Hiermede ging samen een uitbreiding van het spel, dat vroeger met 12 schijven gespeeld werd. Gebruikte men er vroeger het schaakbord voor, nu kwamen afzonderlijke damborden in gebruik, die dikwijls met kostbare houtsoorten, ivoor of paarlmoer werden ingelegd.Ook de schijven waren vaak fraai bewerkt van ivoor en ebbehout, soms ook wel van glas en brons. Evenals bij het tric-tracspel werden er soms aan weerszijden figuren op ingedrukt of ingesneden. Die figuren waren van verschillende aard, nu eens afbeeldingen van Romeinse keizers en keizerinnen, dan weer afdrukken van gedenkpenningen op oorlogen en veldslagen, of wel spreekwoorden, ook zelfs meer galante voorstellingen en omschriften .

Speelde men hier gewoonlijk met twintig schijven aan iedere zijde, die op vier rijen geplaatst werden, men onderscheidde nog het Duitse damspel, waarbij elke partij 12 schijven op drie rijen plaatste, het Poolse dat van het Duitse verschilde door de bevoegdheid om ook achteruit te slaan, en het Engelse, waarbij een dam in alle richtingen mocht slaan, ook rechtuit."

Uit hetzelfde boekje nemen wij ook over, zulks in verband met de geschiedenis van het openlucht-dammen of schaken :

„Van Don Juan van Oostenrijk wist men te verhalen, dat hij er een afzonderlijke schaakkamer op na hield, waar de vloer uit zwarte en witte marmerplaten bestond, en waar hij met levende figuren speelde. Knechten, uitgedost als de figuren van het schaakspel, voerden hier de bewegingen uit, die de spelers voorschreven."

Onmiddellijk doet zich de vraag voor waar de heer Dozy zijn stof wel uitgeput heeft! Of de kwestie van schijf- of damspel bekend is weet ik niet, ik betwijfel het. Hier is dus reeds een nieuw gegeven. Maar van veel groter belang is dat hij zegt dat reeds

met 20x20 schijven gespeeld werd, want let wel hij heeff het over de 17e eeuw (1600 —1700), terwijl de officiële geboortedatum 20X20 eerst ± 1723 aangenomen wordt, echter op grond van Manoury's mededelingen (Frankrijk). Verder doet zich het feit voor dat men niet weet wat voor damspel in de 17e eeuw in Holland werd gespeeld, geen reglement en geen bordformaat kent, alleen weet dat er gedamd werd. De mededelingen van dhr. Bakker die vele archieven onderzocht, zie Het Damspel ± 1933, kunnen wel eens van groot belang zijn om de gegevens van Dozy te versterken, want Bakker constateerde herhaaldelijk dat de notarissen in de 17e eeuw onderscheid weten te maken tussen dam- en schaakborden (de opmerking dat dit soort willekeur is bevredigt niet). Dan is er nog de kwestie dat er op de damspeltentoonstelling, enige jaren geleden gehouden te Alkmaar, volgens de heer O. G. v. Veen, in de „Geld. Dammer , een bord te zien moet zijn geweest gemerkt (hoe?) met het jaartal 1610!!

Als dit een 64 ruiten bord was, hoe weet deze heer dan dat het geen" schaakbord was? Tenslotte wijst Gortmans ontdekking in 1929 van het bestaan van een Hollands damboek door C. D. M. Zeel over eeen damspel op 245 ruiten in 1681, op de kwestie dat men in die tijd reeds borden van grotere afmetingen heeft gekend. In het Oosten staat dit vast, doch in het Westen moet dit nieuw geweest zijn.

Verder deel ik nog mee dat dhr. H. Hoogland mij eens schreef het eigen exemplaar van Manoury's hoofdwerk met handschrift en aantekeningen van deze pionier te hebben bemachtigd. Die zouden tevens uitwijzen dat diens voorle'tter wel degelijk een M is, ondanks de Franse gewoonte van met M. monsieur aan te duiden.

Wat dhr. Dozy betreft, het boekje van deze is reeds uit 1909, zodat hij misschien niet meer in leven is.

Schooldam tournooi, Den Helder

276 deelnemers, waaronder 6 leraren en 3 meisjes-tientallen. De leraren speelden onderling een competitie. De Zeevaartschool, Ambachtsschool B en school 6 veroveren de bekers.

De heer Trigt werd winnaar in de lerarengroep. Wethouder van Loo reikte de prijzen uit. Flitsen uit de strijd.

In de strijd tussen 2 scholen kwam de stand 9—9. De laatste partij moest de beslissing brengen. De Christelijke school 7