heer W. Cysouw, 2e voorzitter. Allereerst was aan de beurt voorzitter Goedbloed, die D.I.D. hielp oprichten en al die jaren leidde en bovendien de afd. Zeeland van de N.D.B. hielp stichten. Diens grote verdiensten werden uitvoerig door diverse sprekers belicht. Als blijk van waardering werd hem een damklok geschonken en zijn echtgenote bloemen. De secretaris, de heer G. Luwema, reeds 15 jaar in die functie werkzaam, ontving een vulpen, terwijl diens vrouw in de bloemetjes werd gezet. Een zelfde blijk van waardering ontvingen resp. J. Geljon, reeds 15 jaar bode en diens echtgenote. De voorzitter van de Ned. Dambond, de heer J. H. Willems sprak de vereniging en haar voorzitter in welgekozen woorden toe.

De heer L. Goedbloed mocht uit zijn hand een plaquette in ontvangst nemen, diens echtgenote bloemen. Nadat de voorzitter H. M. Slabbekoorn namens het district Zeeland een medaille had aangeboden, boden nog de navolgende heren gelukwensen aan: M. de Jonge, namens Middelburg, J. Sinke namens Goes, J. Vinke namens Koudekerke. Nadat de heer Goedbloed, zichtbaar geroerd door zoveel medeleven een hartelijk dankwoord gesproken had en een ogenblik stilte in acht was genomen ter herdenking van de overleden oud-wethouder Jan de Mey en penningmeester A. Keymel, begon het feestelijk gedeelte van de avond ,dat zeer in de smaak is gevallen.

Klanken uit het Oosten

naar aanleiding van de benoeming der gebroeders A. en G. Mantel tot leden van verdienste

De heer A. Wagenaar, voorzitter van de Prov. Overijsselse Dambond, laat zich over bovengenoemde onderscheiding als volgt uit in de „P.O.D.B.'er", maandblad van de Provinc. Overijsselse Dambond.

Tijdens het officiële gedeelte van de feestavond, die de herdenking van het 40-jarig Jubileum van „Twente's Eej-ste" besloot, een herdenking, die door zijn grootse opzet met dam-tournooi, massakamp en jeugdkampioenschap van Hengelo in het yehele land de aandacht getrokken heeft, werd bij monde van de Bondsvoorzitter, de heer J. H. Willëms te Breda, aan de heren G. en A. Mantel het lidmaatschap van verdienste van de N.D.B. aangeboden.

Een bijzondere onderscheiding, waarover in het Oosten grote voldoening heerst. Dit

praedicaat werd in het verleden alleen aan de heer J. H. Vos te Amsterdam toegekend.

Het betekent voor de beide Oostelijke pioniers van het damspel de waardering van de N.D.B. voor hun baanbrekend werk, voor Twente's Eerste een fraai jubileumgeschenk en voor de P.O.D.B. een grote eer, dergelijke

leden tot de zijne te mogen rekenen.

* * *

De secretaris van de Overijsselse Dambond, de heer M. van Oostrom te Deventer, deed ons onderstaand schrijven ter plaatsing toekomen :

Op het feest van „Twente's Eerste" te Hengelo kon ik door de ongunstige treinverbinding slechts korte tijd aanwezig zijn.

Toch heb ik van het m.i. belangrijkste deel van de avond mede kunnen genieten. En dat was wel het moment, waarop onze Bondsvoorzitter, de heer J. H: Willems, de Gebroeders G. en A. Mantel tot leden van Verdienste promoveerde. Het daverend applaus, dat hierop volgde, moet wel duidelijk gemaakt hebben, hoezeer deze geste in ons district als een verdiende hulde werd geapprecieerd.

Sinds 'n kwart eeuw heb ik — err-dan nog slechts voor een deel' — leven en streven van de heren Mantel kunnen volgen. De heer G. Mantel had hierbij een voorsprong op zijn broer, vanwege zijn internationale vermaardheid als geniaal probleemcomponist. Maar het mag wel eens worden vastgesteld, dat in geen geval in propagandistisch opzicht deze gebroeders elkaar iets in ijver en toewijding toegaven. Mogelijk bezetten zij als propagandisten een enige plaats in Neerlands damleven. Onbaatzuchtig, niet gedreven door zucht naar persoonlijk gewin of ongezonde eerzucht, zijn zij de belangrijkste bouwers geweest van het georganiseerd damleven in Overijssel. Van de oprichting van de P.O.D.B. af tot op heden, is onze Districtsbond, hoe klein ook, een betrouwbaar bolwerk van de N.D.B. geweest, en hij zal dat, zolang mensen als de Mantel's en hun medestanders daartoe hun invloed kunnen uitoefenen, ook blijven

Daarom was de eervolle onderscheiding zo alleszins verdiend, ook als compliment aan de minder op de voorgrond tredende P.O.D.B.'ers.

Dat was 'n 10 voor de N.D.B. !

Geschiedenis. In de serie „Uit onze Bloeitijd", schetsen uit het Leven onzer Vaderen in de 17e eeuw, onder redactie van Prof. Dr. S. D. van Veen, komt onder No. 2 het boekje „Sport en Spelen" voor, geschreven