aan te toonen is, aan de menschen menig goed denkbeeld hebben gegeven, zoo zullen wij wellicht ook nog verscheidene nieuwe dingen van hen leeren, wanneer wij hen eerst maar beter hebben leeren begrijpen en verstaan.
Alle eerbied dus voor de dieren; ze zijn werkelijk veel knapper dan men in vele gevallen aanneemt. Vele soorten van dieren zijn voor ons als 't ware evenals vreemde volken, die wij ■nog zeer weinig kennen, wier zeden we gedeeltelijk verkeerd beoordeelen en wier taal we niet verstaan. Ze deelen met ons in het bezit der aarde en verstaan evengoed als wij te leven en de dingen op de goede manier aan te vatten, dikwijls nog beter dan wij.
Dat wij soms wat van de dieren afkijken — waarom zou dat niet goed zijn? Er zou nog heel wat van te vertellen zijn. Maar we moeten toch zorgen een klip te verwijden, die voor den dierenvriend licht gevaarlijk worden kan. Men mag den invloed der dierenwereld op onze ontwikkeling ook niet overschatten en alle kunstvaardigheid, die wij met de dieren gemeen hebben, op hun rekening stellen. Dat zou belachelijk en verkeerd zijn.
Zoo leest men dat de oude Duitschers het ploegen van het everzwijn geleerd hebben, omdat dit dier de aarde om woelt! — Volgens de Mohammedaansche legende droeg Kaïn het lijk van zijn broeder eenigen tijd op den rug, zonder te weten waar hij het verbergen kon. „Daar — zoo leert de Koran — zond God een raaf, die om een andere raaf die hij doodgebeten had, te verstoppen, een gat in den grond groef, waardoor Kaïn leeren moest wat hij met het lijk van Abel zou moeten doen." Er behoeft toch werkelijk geen raaf te komen aanvliegen om een landbouwer te leeren graven. Men moet de menschen ook niet al te dom maken.
De Indische naaistervogel is beroemd om de kunstige wijze waarop hij zijn nest vervaardigt. Om zijn jongen tegen de boomslangen te beschermen maakt hij met zijn snavel gaten langs den rand van het blad, trekt daar plantenvezels door en hecht daarmede de bladranden te zamen, zoodat een soort zak ontstaat. Hij heeft niet bij een indischen kleermaker les genomen; maar zeker ook de kleermaker niet bij den vogel.
Naar het Duitsch van
(Gartenlaube) Rudolf Kleinpaul.