Wij waren in zooverre wat uitvoerig opdat u moge bemerken, dat «eenige» ondervinding althans ons niet kan worden ontzegd.

Een ander punt waartegen wij te strijden hadden en op plaatsen waar geen openbaar slachthuis is opgericht, nog steeds hebben te strijden is de mishandeling waarvan het slachtvee te lijden heeft. Zoo werd door ons den 8en September 1916 eene klacht ingediend bij den Hoofdcommissaris van politie te dezer stede over verregaande mishandeling van varkens op het emplacement der Staatsspoorwegen te 's-Gravenhage.

Groot was alzoo onze vreugde toen ons bekend werd dat ook onze Residentie een Abattoir zou bekomen en wij waren gerustgesteld toen ons officieel werd medegedeeld dat aldaar het schietapparaat zou gebruikt worden en dat ook was ingevoerd.

Maar nu kwam ons ongeveer 6 weken geleden ter oore, dat — afgescheiden van de wijze van slachten — het vee en speciaal de varkens binnen het emplacement van het abattoir zoodanig werden mishandeld, dat de blauwe striemen na de slachting op het vleesch zichtbaar bleven. Zooals dat gewoonlijk gaat durfde men ons dat niet op schrift geven en durfde men niet eens zijn naam bekend te maken; dus bewijzen hadden wij daarvan niet. Er bleef ons dus niets anders over dan op den dag dat het abattoir voor het publiek geopend is, zelf poolshoogte te gaan nemen — natuurlijk onaangediend.

Wie beschrijft onze verontwaardiging, toen wij zelf waarnamen dat varkens met hamerslagen tegen den kop, kalfjes met trappen tegen den buik tot «rede» werden gebracht en bovenal dat voor varkens het Behr s pinpistool (waar wij op vertrouwden) was afgeschaft en daarvoor het door ons sedert tientallen jaren reeds verafschuwde Klein Schmidt apparaat weer was ingevoerd.

Hej allereerste varken dat eerst-ondergeteekende zag slachten moest driemaal die pin in den kop gedreven worden alvorens het ter aarde stortte. Een ander varken dat men bij het tweede bezoek zag slaan liep met een gat in den kop weg, waarna eerst 5 andere beesten onderhanden genomen werden en daarop het hier bedoelde dier met een hamerslag tegen dien gewonden kop naar zijn plaats gedreven werd.

Maar hoe kan het ook anders, wanneer die dieren op een hoop gedreven worden en daar als wurmen in een pot door elkaar krioelen, angstig door hetgeen rondom hen gebeurt, terwijl men dan van een onzeker oogenblik gebruik moet maken om het te slaan.

Maar, Mijne Heeren, het allerergste is nog, dat dit alles geschiedde zonder eenig toezicht. Het toezicht bij de slachting en behandeling ontbrak er die twee bezoeken geheel.

De mensch is uit den nature wreed en 't slagersbedrijf maakt onwillekeurig wreed. Een Directeur van een Openbaar Slachthuis wacht