Het slachten aan het abattoir te :s-Gravenhage.

Aan Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhage is het volgend adres gezonden:

Het zij ons vergund het onderstaande namens het hoofdbestuur der «Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren» aan uwe aandacht te onderwerpen.

Reeds meer dan vijf en twintig jaren geleden was onze Vereeniging doordrongen van de noodzakelijkheid dat in het lot der slachtdieren en hoofdzakelijk in de wijze van slachten groote verbetering moest worden aangebracht.

Wij willen hier niet in bijzonderheden treden en mededeelen hoe het toen algemeen plaats vond en tegenwoordig nog op zeer vele plaatsen toegaat, maar ons bepalen tot dien eenen eisch, dat de dieren, vóórdat tot het eigenlijke slachten wordt overgegaan, behoorlijk worden verdoofd.

Daartoe voerde ons hoofdbestuur de zoogenaamde slachtmaskers in, die langzamerhand door slachttoestellen, eerst zwaar en daarna van lichteren vorm, werden vervangen.

Daarop is een tijd gekomen, dat ons hoofdbestuur de toezegging kreeg van vele vleeschhouwers en spekslagers, dat zij die slachtmaskers (zoo werden en zoo worden ze nog steeds genoemd, hoewel het masker reeds lang daarbij vervallen is) zouden gebruiken en aan een paar leden van ons hoofdbestuur, waaronder de eerstondergeteekende, toegestaan op het alleronverwachtst die slachtingen te controleeren.

Zoo had onze commissie, weken, dat meer dan zeventig bezoeken aan die slachterijen werden gebracht.

Bovendien werden door ons bezoeken gebracht aan de Abattoirs te Nijmegen, directeur de gepensionneerde paardenarts Quadekker, en te Dordrecht, directeur de heer Ellerman.

Ook stonden wij aanhoudend in verbinding tot het Buitenland, in 't bijzonder tot Duitschland, vanwaar wij tot aan het uitbreken van den oorlog, al onze schietapparaten met hare patronen betrokken met de noodige lectuur daarover, waarvan wij eene speciale studie maakten. Een van de laatste toestellen was het Behr-pinpistool, dat tot op den huidigen dag gebruikt wordt in het abattoir te Dordrecht en aldaar nog altijd ten zeerste voldoet.

Op dit oogenblik laat onze Vereeniging de kogelapparaten hier te lande maken; wij betrekken onze patronen van de Hembrug en het gelukte ons met toestemming van onze Regeering daarvan een G000 tal naar Brussel uit te voeren voor het abattoir aldaar en speciaal voor de zware beesten, die daar meer schijnen voor te komen dan hier te lande, hoewel wij dit niet met zekerheid kunnen zeggen.