sluiten zijn, dat ook de enkel in 't wild levende soorten in geestelijk opzicht zeer hoog staan, maar een direct verband in dit opzicht behoeft nog niet altijd te bestaan. Toch hebben herhaalde waarnemingen van de levenswijze der in 't wild levende soorten daarbij dikwijls een zeer hooge mate van verstand kunnen constateeren, een verstand, dat soms aan het menschelijke grenst. Wel wordt daarbij dikwijls het zoogenoemde instinct te pas gebracht, maar afgezien van het rekbare van dit begrip moeten de handelingen, verricht onder zeer gewijzigde omstandigheden waarbij bepaald in het eene geval geheel anders gehandeld moet worden dan in het andere, wel noodwendig het gevolg zijn van eenig overleg en moeten er bepaalde conclusies getrokken worden.

Een merkwaardig voorbeeld daarvan leveren wel de Bevers. Zooals men weet, bouwen deze dieren woningen in het water, een soort van op bijenkorven gelijkende hutten, waarvan de toegang — zeker als veiligheidsmaatregel — onder water ligt. Ten einde nu het water op een bepaald peil te houden worden dammen in de rivier aangelegd en daardoor een verhooging van den waterstand bewerkt in tijden, dat het water lager staat. Op zichzelf genomen is dat al een zeer interessant feit en men moet al zeer sterk op de verklaring van mechanische werkzaamheid aangelegd zijn om dit onder de rubriek instinct te willen brengen. Het is toch een feit, dat de waterstand niet steeds dezelfde is in ieder jaar, de aanvoer verschilt natuurlijk al naar den meerderen of minderen regen, die er valt en daarmede zal altijd rekening gehouden moeten worden. En dan daarbij, zoo'n dam moet dicht zijn, anders zal FTij het water laten loopen; dat vereischt bepaald een mate van sekuur werken, die grenst aan menschenverstand. „Meer dan een zijner verwanten", zegt Brehm dan ook van dit dier — en ook die verwanten, de knaagdieren over 't algemeen zijn bepaald schrander te noemen — „overlegt het, vóórdat het handelt, maakt het gebruik van ervaringen en leidt hieruit gevolgtrekkingen af. Steeds zijn zijn woningen aangelegd met een juist besef van de plaats, waar zij gelegen zijn; beschadigingen aan deze woningen worden altijd met overleg hersteld."

Minstens evenveel verstand en overleg vertoonen de uit zoölogisch oogpunt met de bevers verwante Ratten. Merkwaardige siaaltjes van het verstand dezer dieren zijn genoegzaam