voor noodig om op dergelijke manier te handelen en het toont een zekere mate van slimheid, die zelfs aan hoogere dieren ontbreekt.

Zelfs aan onze meest algemeene vogels, de musschen, kan men zooveel staaltjes van intelligentie opmerken, dat alleen deze voldoende zijn om met recht aan de vogels in 't algemeen een hooge mate van ontwikkeling toe te kennen. Wij herinneren ons b. v. nog als de dag van gisteren dat eigenaardige tooneeltje, waarbij een sperwer eenige musschen achtervolgde en deze laatsten een schuilplaats zochten in een doornhaag. Hoe de sperwer het troepje ook van alle kanten bestookte, van boven, van ter zijde of van onderen: zij lieten zich niet verleiden om er uit te komen. Rustig en muisstil zaten zij daarbinnen. Wel wachtte de sperwer op een nabij gelegen hek nog een poosje, maar eindelijk vloog hij — daar niet een van de vogeltjes zich naar buiten waagde — wachtensmoede het vrije veld in. En even daarna had men de musschen moeten hooren: wat een gegil en gesjilp, stellig had de een niet meer te vertellen over den goeden afloop dan de ander.

Bijzonder merkwaardig is ook het vermogen van sommige vogels om allerlei geluiden te kunnen nabootsen. En daarbij wordt een opmerkensgave aan den dag gelegd, dat menig mensch er waarlijk beschaamd over moet staan. Hoor maar eens naar het gekwetter der spreeuwen, wat een verschillende geluiden, men zou zoo zeggen de vogel moet bepaalde studie hebben gemaakt van al de verschillende vogelstemmen, die zij soms zoo bedrieglijk kan namaken. Hoe eigenaardig klinkt ook het geluid van den houtekster, als hij daar hoog in de boomen gezeten, het onrustig blatende lammetje nabootst. Is het niet of hij als een looze, gekscherende guit den argeloozen landman voor den mal wil houden? En dan den bekenden Papegaai niet te vergeten, die geheele stukken kan leeren nazeggen of geheele gesprekken kan voeren, soms werkelijk gepast, ai moet worden toegegeven dat het toeval daarbij dikwijls wel een groote rol speelt. Zelfs in den droom wordén door deze zonderlinge dieren woorden en zinnen gepreveld, een bewijs dat er soortgelijke hersenwerkzaamheden plaats grijpen als bij den mensch. (Wordt vervolgd).