Klinkt het ons niet steeds als een raadsel in de ooren, hoe deze vogels bij de enorm groote afstanden die zij op den trek afleggen steeds weer den weg kunnen vinden? En verwondert het ons niet als daar telkens weer dezelfde vogels de oude plaatsjes van verleden jaar opnieuw komen opzoeken en zich vanaf den eersten dag dat zij bij ons vertoeven, volkomen weer thuis gevoelen, kennend al de kleinere en grootere wegen, waardoor zij naar hun nest kunnen komen. Voorzeker een vogel moet een enorm geheugen bezitten. Zwaluwen en ooievaars betrekken telken jare weer dezelfde plaatsen waar zij hun nest willen bouwen en daarbij herinnert de zwaluw zich b.v. nog steeds door welke kleine hoeken en gaten zij precies heen kan vliegen, om vanuit de«schuur naar buiten te kunnen komen. Zij vliegt direct van af den eersten keer, dat zij zich vertoont, weer door dezelfde opening in het raam (waarvan een ruit gebroken is) of door een openstaand deurtje naar buiten. En heeft men voor het eerst een zwaluwpaar in zjjn schuur, dan moet men zich terecht verwonderen hoe zij de gebroken ruit van de andere kunnen onderscheiden en weten te vinden. Daar moet bepaald veel meer in zoo'n klein kopje omgaan als men oppervlakkig wel denkt.

Dat geheugen blijkt ook ten duidelijkste uit het herkennen van personen, zelfs na langen tijd. Zoo vermeldt men, dat duiven, die anders niet door buitengewone intelligentie uitmunten, nog na 18 maanden afwezigheid, haar meesters herkenden. En berust ook hierop niet het gedrag tegenover menschen. De gereserveerde houding, die zulke vogels aannemen, die nog nooit met menschen in aanraking zijn geweest, nadat zij met den Beheerscher der Aarde hebben kennis gemaakt, is daar immers een direct gevolg van. Het is bepaald merkwaardig hoe kraaien en vele andere vogels den jager van andere menschen weten te onderscheiden. Daarvoor is bepaald een groote mate van hersenwerkzaamheid noodig geweest, de dieren hebben onder scherpe opmerkingsgave moeten leeren onderscheiden en conclusies moeten trekken. En dan het overleg bij zoovele watervogels om den vijand door duiken te ontkomen en dan op eenigen afstand alleen met den snavel of hoogstens met den kop naast een of andere waterplant weer boven te verschijnen om daar alles af te loeren. Daar is bepaald overleg