inderdaad uitgevaardigd en behoudens enkele dispensaties door Gewestelijke besturen onder zekere voorwaarden te verleenen, werden de paradijsvogels en andere vervolgde diersoorten onder de bescherming der overheid geplaatst. Wij begroetten natuurlijk met vreugde dit feit en wendden ons tot de Nederl. Indische Vereeniging met verzoek om zich te willen verzetten tegen de beweging, uitgegaan van handelaars in vogelhuiden te Ternate om die ordonnantie te doen vervallen. Mede verzoehten wij onze zuster-vereeniging om te trachten de uitroeiing van de olifanten op Sumatra te voorkomen.

Ten slotte zij nog vermeld, dat de Heer van Houten en de voorzitter der Vereeniging den Gouverneur-generaal Idenburg voor zijn vertrek naar Indië een bezoek brachtten ten einde Z.Exc. te winnen voor de belangen der vervolgde dierenwereld in die gewesten. Ook dit bezoek zal wellicht eenigen invloed hebben uitgeoefend ten gunste van het verkregen resultaat onzer bemoeiingen.

Intusschen kunnen wij ons dankbaar betoonen maar niet voldaan want de uitgegeven licenties zijn nog veel te talrijk. Vandaar dat de bekende ornitholoog James Buckland, die te 's-Gravenhage en elders in 1913 lezingen hield over vogelverdelging , zich speciaal beklaagde over den in Ned.-Indië plaats hebbenden vogelmoord. Het doet ons dan ook leed, dat de Indische Regeering maar ongenegen of onmachtig schijnt tot meer krachtdadig ingrijpen, al moeten wij dankbaar zijn, dat aan de sedert tal van jaren daar geheerscht hebbende anarchie op het gebied der vogelverdelging, thans een einde is gemaakt.

Dierenbescherming is een internationale beweging. Geen andere draagt m. i. een meer cosmopolitisch karakter. Men treft vooren tegenstanders aan van hen, die hunne goede gezindheid om het lijden hier op aarde, ook van de dieren, te verminderen willen toonen, onder alle naties en onder alle gezindheden. Het is deswege van het hoogste belang, dat alle dierenbeschermers en vooral zij, die met de leiding der dierenbescherming in hun land werden belast, zich ook persoonlijk in betrekking te stellen met hen, die zieh buiten Nederland van dezelfde taak trachten te kwijten. En dit doel wordt zeker het best bereikt door bijwoning van congressen waartoe ook de Nederlandsche Dierenbescherming herhaalde malen is uitgenoodigd.