worden opprijsgesteld dat ik in 1904 door den Directeur-Generaal van Landbouw werd uitgenoodigd om twee deskundigen uit ons Hoofdbestuur aan te wijzen die advies zouden hebben uit te brengen op een ontwerp-vogelwet dat zou worden ingediend. Ik wees daartoe aan mijne medebestuursleden Jhr. Quarles en den Heer van Houten.
Datzelfde jaar verspreidden wij, met verzoek aan onze Afdeelingsbesturen en aan de besturen der zelfstandige vereenigingen om medewerking, een groot aantal exemplaren van een vlugschrift tegen het dragen van aigrettes, tot het verkrijgen waarvan jaarlijks duizenden reigers op wreedaardige wijze ter dood werden gebracht.
Door het optreden van het kabinet—de Meester werd ons streven zeer gebaat. De HH. Rink en Veegens betoonden zich voorstanders van onze bemoeiingen, hetgeen trouwens ten opzichte van eerstgenoemde reeds voldoende was gebleken. Maar ook de heer Veegens, onze eerste Minister van Landbouw, toonde onmiddellijk zijne gezindheid door eene enquete te doen instellen omtrent onze klachten nopens de toepassing der Vogelwet. Toen ze hem gegrond voorkwamen richtte hij in 1905 eene aanschrijving tot de Commissarissen der Koningin met verzoek de onder hun ressort staande burgemeesters uit te noodigen bevelen uit te vaardigen en in deze meer aetiviteit te verkrijgen.
Verblijdend mocht het heeten, dat de Heer Veegens de indiening van een nieuw ontwerp vogelwet in uitzicht stelde waarbij met onze desiderata, speciaal met de begeerde aansluiting bij de conventie van Parijs, rekening zou worden gehouden. Maar deze blijdschap was van korten duur, daar wij kort daarop vernamen, dat het Ministerie ontslag had gevraagd.
De indiening der Vogelwet werd nu wederom vertraagd, maar niettemin bleef er op dit terrein nuttig werk te doen. Zoo wisten wij van den Directeur-generaal van Landbouw te verkrijgen, dat hij de sterntjes, een meeuwensoort die op groote schaal op de Noord-Hollandsche en Friesche eilanden werd uitgeroeid, bij Koninklijk besluit op de lijst der beschermde vogels deed plaatsen. Het Hoofdbestuur heeft zich steeds ingenomen betoond met de meeuwenbescherming. Deze dieren toch die louter uit sportliefhebberij worden geschoten, hebben veel