werden bij Koninklijk besluit van 4 Januari 1901 enkele bepalingen vastgesteld in het belang van het veevervoer: zooals ter bevordering van een verkorten leveringstijd en er werd, althans aan sommige stations, gelegenheid gegeven gegeven tot drenking, wanneer dit door den vervoerder werd verlangd en daarvoor werd betaald. Ten opzichte van de inrichting der wagens en de overlading was echter niets bepaald. Daar de concessies weinig baat zouden geven, werd kort daarop wederom aan den Minister van Waterstaat een adres gezonden om te doen uitkomen hoezeer wij eigenlijk waren teleurgesteld met de beschikkingen genomen na al onzen arbeid.

Sedert is niet veel met betrekking tot het veevervoer vernomen. Geisoleerde gevallen van ernstigen aard werden ter kennis gebracht van de Regeering, van den Raad van Toezicht en van de Spoorwegmaatschappijen waarbij steeds op hetzelfde aambeeld werd gehamerd.

Een en ander is zeker niet opwekkend, maar treuriger is de weinige belangstelling bij de belanghebbEnden-zelf, de verzenders van dieren. Pogingen om de zaak door een van hen op een Landbouwcongres ter sprake te doen brengen , faalden. De zaak is eigenlijk van alle kanten aangevat maar tot dusver zijn inderdaad, zeker buiten onze schuld, povere resultaten verkregen.

Onder het veevervoer mag zeker wel worden vermeld het zgn. mijnpaarden-vervoer tusschen Engelsche en Nederlandsche havens. De daarover gevoerde correspondentie en de verdere bemoeiingen kwamen natuurlijk hoofdzakelijk voor rekening van het ijverige Afdeelingsbestuur te Rotterdam. Maar ook het Hoofdbestuur had zijn aandeel in de pogingen om verbetering te verkrijgen. Herhaaldelijk is schriftelijk en mondeling met het Bestuur der Londensche vereeniging van gedachten gewisseld, tengevolge waarvan aan Regeering en Volksvertegenwoordiging verzoekschriften werden gezonden. Allengs had dit eenige verbetering vooral in de inrichting der transportschepen ten gevolge. Totdat dit vervoer sedert het begin van den oorlog geheel is gestaakt. Sindsdien worden de paarden in Engeland geslacht en is er thans alleen van vleesch-transport sprake.

De bescherming der vogels is steeds een geliefkoosde taak voor vele dierenbeschermers. Zelfs zij, die eigenlijk geen bepaalde 19X6. 6**