die van meening waren, dat wij ons moesten onthouden van allen strijd tegen de vivisectie, stemden tegen de indiening van het adres; maar de overigen vereenigden zich met het voorstel. Door den Minister van Binnenlandsche Zaken, Jhr. de Savornin Lohman, werd op het adres het advies ingewonnen van de directie der Veeartsenijschool en wij hadden de voldoening dat door den directeur, den heer Wirtz, tal van beperkende bepalingen voor de uitoefening der vivisectie werden voorgeschreven. Dit geschiedde in 1888. Tal van jaren later werden door Dr. Kuyper, naar aanleiding van bij hem ingediende adressen, ongeveer gelijkluidende bepalingen voor al onze universiteiten voorgeschreven.
Het in 1888 behaald succes werd door velen als van weinig belang beschouwd. Nu, de resultaten bleven wellicht beneden onze Verwachting, maar het kan zijn nut hebben even te noteeren dat een bekend veearts te 's-Gravenhage r,mij te kennen gaf dat hij zich gelukkig achtte zijne studies te hebben kunnen volbrengen, toen de vivisectie aan de veeartsenijschool niet aan beperkende bepalingen gebonden was.
In hetzelfde jaar werd de Bond tot Bestrijding der Vivisectie opgericht, een Bond waarvan de oprichting door mij werd toegejuicht, daar deze, bestaande uit verklaarde tegenstanders der vivisectie, geheel vrij was in zijn optreden. Die Bond heeft zich steeds wakker geweerd en heeft zich steeds in hoofdzaak ten doel gesteld door het voorlichten der Openbare meening zijn doel te bereiken. Die voorlichting geschiedde in hoofdzaak door middel van de uitnemende propaganda geschriften van Jhr. Ortt, wiens verdiensten wel mijnerzijds niet nader behoeven
te worden in 't licht gesteld.
Minder heb ik kunnen instemmen met de oprichting van het Beperkingscomité, daar dit comité geheel hetzelfde doel nastreefde, als ons Hoofdbestuur. Toch heeft het Comité later met ons en den Bond op aangename wijze en niet zonder vrucht samengewerkt en hebben deze vereenigingen van Mr. Heemskerk verkregen dat eene onpartijdige enquête-commissie werd benoemd, die aan de Regeering omtrent deze gewichtige kwestie rapport
zou uitbrengen. _ _
Op eene algemeene vergadering van den Anti-vivisectiebond
werd daarop eene motie aangenomen den wensch uitsprekend,