in eenige militaire slachterijen te doen invoeren, maar om later te vernemen dat de toepassing was gestaakt. In 1898 was de door ons gepropageerde humane slachtwijze in de slachterijen van het leger nog niet ingevoerd.

Daardoor niet ontmoedigd bleef ons Hoofdbestuur, gesteund door onderscheidene Afdeelingsbesturen, de propagande doorzetten te 's-Gravenhage en daarbuiten. Onze tegenwoordige veldwachter heeft in tal van gemeenten misschien wel honderde malen het gebruik van een schiettoestel gedemonstreerd. Te 's-Gravenhage beijverde zich eene commissie gedurende vele jaren onder leiding van den onder-voorzitter Jhr. Quarles, om de slachters voor de humane slachtwijze te winnen en hen te bewegen zich onder controle der commissie te stellen. De namen der bereidwillige slagers werden gepubliceerd en bij de leden der dierenbeschermers aanbevolen.

En thans is het verdooven door middel van een schiettoestel in verreweg de meeste moderne abattoirs verplichtend gesteld, ook te 's-Gravenhage, alwaar de oprichting van het gemeentelijk slachthuis zich lang heeft laten wachten. Aangezien in openbare slachthuizen daarenboven de controle op de behandeling der dieren beter is gewaarborgd, richtten wij ons tot Minister Kuyper met het verzoek om de oprichting van zulke inrichtingen te doen bevorderen in alle gemeenten boven de 5000 zielen. Aan dit verzoek is nog niet voldaan; maar dat ten opzichte van eene humane slachtwijze, zoo in beginsel als in toepassing, groote vorderingen zijn gemaakt kunnen wij allen dankbaar erkennen en onze Vereeniging daarmede gelukwenschen.

Op door mij bijgewoonde congressen, met name te Bern en te Kopenhagen, was de slachtwijze een der onderwerpen, die, na het vivisectievraagstuk, op de meest hartstochtelijke wijze werd besproken. De Israelieten bestreden de methode van aan de slachting voorafgaande verdooving der dieren met groote heftigheid, vooral te Bern, daar kort te voren in Zwitserland de Joodsche slachtwijze was verboden. Kort voor mijn vertrek naar Bern werd mij door twee rabbijnen, uit Rotterdam en Fulda, een reysachtig foliant met «Gutachten» van deskundigen betreffende laatstgenoemde slachtwijze ter hand gesteld. Ik stelde daartegenover de namen van anderen , opgenomen in ons jaarverslag , die de tegengestelde zienswijze waren toegedaan, waar-