om dezen avond dien strijd in al zijn bijzonderheden mede te deelen. Bij den aanvang van mijn optreden beseften de meeste dierenbeschermers niet eenmaal het nut van dit optreden. Zij beseften niet den langdurigen doodstrijd van het naar Joodschen ritus geslachte dier en de nog veel afschuwelijker martelingen die de dieren moeten ondergaan bij de toepassing van het z.g.n. steken, waarbij de dieren slechts worden verlamd maar niet verdoofd. De door ons gevoerde strijd was een aanval die steeds stuitte op tegenstand. Het terrein, waarop routine, onkunde en godsdienstige vooroordeelen zich hadden ingegraven, moest voet voor voet worden veroverd. Daarenboven bevonden zich onder de verdedigers tal van intellectueelen en deskundigen die ons noodzaakten om ook elders hulptroepen op te roepen. Ik kan niet genoeg aandringen op kennisneming van onze jaarverslagen met betrekking tot dit onderwerp.

In 1887 begon het Hoofdbestuur de campagne met het verzoek aan de Ministers van Oorlog en Marine om het schietmasker te doen invoeren bij de militaire slachterijen en aan boord van de oorlogschepen. Ik werd daarop ontboden bij Minister Tromp, die mij mededeelde dat hij had lastgegeven om aan boord van het schip «Zilveren Kruis» het toestel toe te passen. Dit schip zou een reis om de wereld maken en zoo zou kunnen worden nagegaan "iet alleen of de dieren minder te lijden hadden maar ook of het vleesch onder alle keerkringen zich behoorlijk zou conserveeren. Een der argumenten van de tegenstanders was toch, dat dit niet het geval was. Nu, de proeven werden met succes bekroond. De officier van administratie op bedoeld oorlogsschip G. Verboon, getuigde dat door aanwending van het schietmasker het dier terstond werd gedood , veel beter uitbloedde dan bij de toepassing der gebruikelijke halssnede en dat het vleesch onder alle keerkringen in goeden staat was gebleven. Dit succes was een niet genoeg te waardeeren overwinning. Op alle oorlogsschepen zoowel hier te lande als in Indië, alsmede in de marine-slachterijen aan den wal werd het schiettoestel in gebruik genomen.

Bij Oorlog hadden wij minder succes. Allerlei invloeden werkten ons tegen. Adressen werden ingezonden, uitnemend geslaagde proeven door onzen veldwachter gedemonstreerd, getuigden van de juistheid onzer argumenten. Wel gelukte het ons het toestel 1916. 6*