NA 32 JAREN.

Lezing Bussum op 17 Januari 1916.

Met betrekking tot de paarden, kunnen wij veel minder uitvoerig zijn. Onze arbeid bepaalt zich in hoofdzaak tot locaal optreden.

In de allereerste plaatst zij vermeld dat ongeveer sedert 1864, het jaar van de oprichting der Haagsche dierenbescherming, dank zij hare tusschenkomst, het gebruik van kreupele en gewonde trekdieren in de Residentie is verboden, en dat het Hoofdbestuur die bepaling heeft weten te behouden ondanks de twijfelachtige zegeningen van het nieuwe Strafwetboek. Gelukkig, want dank zij die bepaling, treedt de politie krachtig tegen dat euvel op. Verder dient vermeld onze strijd tegen de Haagsche tramwegmaatschappij wegens de overlading der rijtuigen, het gebruiken van afgematte paarden en de ontstentenis van stopplaatsen. Later ondervonden wij steun van vereenigingen voor gemeentebelangen en dank zij aller optreden werd aan onze wenschen voldaan, zoodat de paarden, alvorens zij vervangen werden door electrische motoren, nog eenige jaren verlichting in hun tot dusver treurig lot hebben ondervonden.

Wijders mag ook worden vermeld dat, mede naar aanleiding onzer rekesten, allerwege drinkfonteinen in de Residentie zijn aangebracht, terwijl wij ook elders aan de oprichting van zulke drinkgelegenheden hebben medegewerkt.

Maar ook buiten 's-Gravenhage mochten wij werkzaam zijn. Zoo werd reeds in 1887 — naar aanleiding van een onzerzijds tot den Minister van Binnenlandsche Zaken gericht verzoekschrift — gelegenheid gegeven om aan de Veeartsenijschool en in garnizoensplaatsen onderwijs te verkrijgen in het hoefbeslag. Wij loofden herhaaldelijk prijzen uit op wedstrijden in het hoefbeslag, die met goeden uitslag werden bekroond.

Tegen het gebruik van opzetteugels en oogkleppen, het coupeeren van staarten, de mishandeling van paarden op concours hippiques, wedrennen en afstandsritten, traden wij op; waar mogelijk door surveillance en wijders door middel van vlugschriften en reclameplaten. Te dien opzichte werkten wij ook samen met buitenlandsche vereenigingen. Die strijd is niet 1916. 6