Einde ran het eerste werkkamp Veertig jongens acht weken te Eemnes

(Br. K.) Zoals bij de lezers van De Metaalbewerker bekend verondersteld mag worden heeft onze Bond op Maandag 13 Juli het eerste werkkamp geopend op het bondsjeugdterrein te Eemnes. Dit werkkamp zou acht weken duren en volgens Bartjes moest dus de week eindigende met 5 September de laatste zijn. De sluitingsbijeenkomst vond plaats op Vrijdagavond 4 September. Wij zullen trachten u met woord en beeld iets van deze min of meer feestelijke gebeurtenis te vertellen. Met woord en beeld. Inderdaad zijn wij deze avond vergezeld van onzen fotograaf naar Eemnes getogen. Wij arriveerden omstreeks zes uur temidden vaneen vrolijke, luidruchtige groep jongeren, die zich juist gereed maakten om aan hun laatste avondlijke broodmaaltijd te beginnen. Weldra zaten wij dan ook omringd door een groot aantal „hardwerkende” jongelui voor een schaal met heerlijk boerenbrood. Het is de gewoonte om bij dergelijke gelegenheden te vertellen, dat er zo ontzettend veel gegeten is. Liefst worden de lezers dan op angstwekkende getallen vergast. Laten

wij liever volstaan met u de verzekering te geven, dat jonge metaalbewerkers in dit opzicht voor hun collega’s uit andere vakken niet onderdoen. De rest zou „jagerslatijn” zijn. Na.de maaltijd hadden wij gelegenheid een korte rondgang over het terrein te maken en wij kunnen niet anders zeggen dan dat er een behoorlijk stuk werk door deze eerste ploeg verricht is. Met enige

fantasie kon men zich zelfs reeds goed voorstellen hoe de vijver en het openluchttheater, waaraan onder leiding van den werkbaas van de Nederlandse Heide-mij., den heer Grube, gewerkt is, er inde toekomst zullen uitzien. Omstreeks half acht opende Lij nis Nelemans, de jeugdige maar energieke kampleider de bijeenkomst. Hij sprak er zijn ver- uit, dat de leden van het dagelijks bestuur van de Bond aanwezig waren. Verder begroette hij onzen vriend J. A. Berger, secretaris van de Moderne Centrale voor Werklozenzorg en de heer Grube van de Heide-maatschappij. Hij deelde tevens mede, dat het programma van deze avond gesplitst zou worden ineen vrolijk gedeelte, dat binnenshuis zou worden afgewerkt en een ernstig deel, dat bij het kampvuur zou plaats vinden. Daarna was het woord aan de jongens, die ons een uurtje bezighielden met de opvoering van allerlei korte, rake scènes en lekenspelletjes, af en toe ontleend aan de gebeurtenissen in het werkkamp. Tijdens de verwisseling der decors werd er lustig gezongen. Vervolgens begaf het gehele gezelschap zich naar de speelweide waar de knetterende vlammen van het kampvuur met de daaromheen verzamelde jongeren weldra een romantische aanblik boden. Een krachtig gezongen „Broeders verheft u ter vrijheid” was de inzet van de korte plechtigheid, die hier zou plaats vinden. Nadat eender jongens een gedicht gezegd had, nam de bondsjeugdleider G. van der Houven het woord. Hij wees er op dat de bedoeling van deze werkkampen niet is om „op een koopje” een groot stuk werk gedaan te krijgen, maar om onze jonge makkers een wijle te halen uit het dikwijls zo moeilijke leven van hen die geen arbeid kunnen vinden. Hij deed verder een beroep op de jongens om na de terugkeer in hun woonplaatsen goede propagandisten voor de Bond en zijn jeugdwerk te worden. Spreker dankte allen die aan het welslagen van dit eerste kamp hadden meegewerkt: het echtpaar Nelemans, den werkbaas Grube en last not least vriend Berger, aan wiens onvermoeibare arbeid het mede te danken is, dat er door onze beweging werkkampen op een voor de organisaties financieel dragelijke grondslag gehouden kunnen worden. Hij besloot zijn korte toespraak met te wijzen op de symboliek, die ineen kampvuur schuilt. Zoals hier het licht ons aantrekt, aldus Vander Houven, zo moet straks het licht van het socialisme jullie allen aantrekken en voorwaarts stuwen als strijders voor een betere samenleving.

Vervolgens bood eender jongens namens de hele kampfamilie het echtpaar Nelemans een foto-album met inhoud aan, ter herinnering aan de acht weken, die zij gezamenlijk hadden doorgebracht. Hij voegde er aan toe, dat de jongens blij waren naar huis te kunnen gaan... maar na een weekje graag weer te Eemnes zouden willen terugkeren. Het was hun er best bevallen. Nelemans bedankte voor het geschenk en wees er op, dat zowel zijn vrouw als hijzelf de beste herinneringen aan dit kamp zouden bewaren. Nadat Ber-

ger ook nog enkele woorden had gezegd, waarin hij vooral wees op de grote betekenis van werkkampen, werd deze korte plechtigheid besloten dooreen gezamenlijk gezongen „Internationale”, In het gebouwtje bleven gasten en werkkampers daarna nog een poos gezellig bijeen. Onder het nuttigen van enkele lekkernijen werd het ene vrolijke lied na het andere gezongen. Het viel ons op, dat er in dit kamp zoveel gezongen werd. Misschien was het vooruitzicht van de thuisreis hier niet helemaal vreemd aan, maar de jongens kenden in ieder geval een groot aantal aardige jeugdliederen.

Wij vermoeden dat onze jonge kameraden nog lang aan deze mooie slotbijeenkomst zullen terugdenken. Wij hopen dat het hun mag gelukken spoedig werk te vinden en als zij hierin voorlopig niet mochten slagen, zullen de acht weken die zij te Eemnes hebben doorgebracht hun ongetwijfeld tot een steun zijn als de moeilijkheden verbonden aan de gedwongen lediggang hun eens te veel zouden bezwaren. Wij hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om kampleider Nelemans eens te vragen naar zijn ervaringen in dit eerste werkkamp. Hij begon met ons te vertellen, dat hij buitengewoon gelukkig was geweest zijn krachten aan dit werk te mogen geven. Kleine moeilijkheden waren vooral in het begin nog wel eens voorgekomen, maar altijd na een openhartige en kameraadschappelijke bespreking opgelost. De geest onder de kampbewoners onderling was steeds buitengewoon goed geweest en ook de verhouding tot den kampleider gaf geen enkele aanleiding tot klagen. Men had elkaar als kameraden beschouwd en als kameraden alle moeilijkheden verbonden aan het leven ver van de

bewoonde wereld overwonnen. Alle z.g. corvée-diensten, zoals water pompen en keukenwerk waren steeds met grote liefde verricht en wanneer er iets bijzonders was te doen had het verzoek „vrijwilligers voor” nooit tevergeefs geklonken. De jongens hadden ook grote voldoening in hun dagelijkse taak gevonden en vooral toen er enige tekening in het aangevangen werk kwam, was er met smaak gearbeid. De laatste dag had er zelfs een grote wedstrijd plaats gegrepen tussen de ploeg, die de

kruiwagens moest volscheppen en de ploeg die ze moest wegrijden. De rijploeg ging met de overwinning strijken, doordat op een gegeven moment de volle kruiwagens nog niet helemaal klaar stonden toen zij met hun lege karretjes terugkeerden. Maarde graafploeg beweerde dat ze op de gletscherstenen waren gestoten, die duizenden jaren geleden uit het hoge Noorden naar ons Gooi zijn komen afzakken... Hetgeen de werkbaas op een dubbele portie sigaretten te staan kwam. Wedstrijden zijn er trouwens wel meer gehouden, maar dan waren het meestal „partijtjes” voetbal of ’s avonds simultaan – wedstrijden op het dam- en schaakbord. De vrije middagen en Zondagen waren goed besteed met een aantal excursies. De Varastudio, het Hilversumse stadhuis en het „Zonnestraal”-sanatorium waren met een bezoek vereerd. Nelemans besloot zijn mededelingen met de opmerking, dat het voor de kampleiding wel onafgebroken, maar buitengewoon mooi en prettig werk was geweest, vooral dank zij de grote solidariteit en kameraadschap die deze eerste ploeg van veertig jongeren bezield had.

Collectief contract voor de Luxemburgse zwaarindustrie een groot succes van de vakverenigings-actie (1.V.V.) Met het afsluiten van het collectief contract voor de Luxemburgse zwaar – industrie op 13 Augustus 1936 tussen de vertegenwoordigers der moderne en christelijke vakbonden en de vertegenwoordigers der zwaarindustrie-grootconcerns Arbed, Hadir en Rodange, heeft het Luxemburgse vakverbond een beslissende stap in zijn ontwikkeling en in zijn vakverenigingsstrijd bereikt. Het afsluiten van dit gewichtige collectieve contract is tot stand gekomen na een maandenlange hard gevoerde actie, welke eerst den mijnwerkers de collectieve arbeidsvoorwaarden bezorgde, daarna den lederarbeiders en tenslotte de economisch belangrijkste groep, die der zwaarindustrie. Deze actie verzekerde niet slechts betere lonen en sociale behandeling, maar ook bovendien wettelijke vakverenigingsgrondbeginselen. De bereikte resultaten zijn des te hoger te schatten, omdat de ver over de Luxemburgse grens als reactionnair bekende Montanconcerns der Arbed, er toe gedwongen werden. Inde „Proletariër”, het orgaan van het Luxemburgs vakverbond, kon derhalve met het volste recht vastgesteld worden, dat de zwaarindustrie-arbeider met de bereikte resultaten recht tevreden zijn kon. De collectieve overeenkomst is niet slechts terugwerkend vanaf 15 Juli 1936 met een algemene verhoging der ploeg- en accoordlonen van I'i pet., maar stelt ook minimumploeglonen vast, regelt de lonen der jonge arbeiders, waarvan de positie, evenals die der invaliden, verbeterd wordt. In het collectieve contract worden eveneens de rechten en de bescherming der bedrijfsraden inde bedrijven verzekerd. Nog toe te voegen is, dat het collectieve contract niet eerder dan 15 Juli 1937 opgezegd kan worden; eventuele loonverminderingen door prijsstijging zullen verhinderd worden, met dien verstande, dat het

contract bepaalt, dat bij beslist waarneembare veranderingen van de levensonderhoud-index, automatisch een dienovereenkomstige loonaanpassing volgen moet, zoals het in Luxemburg b.v. voor de staatsambtenaren al bestaat. Gezien de grote belangstelling, die voor de problemen van vakverenigingsvrijheid en erkenning van het recht van coalitie, niet slechts in Luxemburg, maar inde gehele internationale vakbeweging te vinden is, komt het ons voor als een speciaal te onderstrepen feit, dat vakverenigingsrechten in dit collectieve contract direct opgenomen en verzekerd zijn geworden. Afgezien daarvan, dat het eerste artikel van deze overeenkomst de moderne benevens de christelijke vakbonden uitdrukkelijk als „de aangewezen vertegenwoordigers der arbeidersbeweging” erkent, zijn in het collectieve contract de volgende bepalingen opgenomen; ontslag mag niet plaats vinden wegens aansluiting bij eèn vakverbond of wegens uitoefenen van werkzaamheden voor het vakverbond buiten het bedrijf. Woordelijk luidt het artikel 6; „Een inkrimping van de coalitie-vrijheid der arbeiders is niet toelaatbaar. Van de zijde der contracterende partijen mag geen pressie uitgeoefend worden om de arbeiders in hun coalitie-vrijheid te verhinderen.” Bovendien mogen ook geen ontslagen plaats vinden „wegens werkzaamheden voor de doorvoering van de overeenkomst”, m.a.w. dein het collectieve contract eveneens uitdrukkelijk erkende bedrijfsraden hebben een absolute rechtszekerheid en lopen geen gevaar, als de vertegenwoordiging van de belangen hunner kameraden, dat er repressaille-maatregelen tegen hen genomen worden. De gehele inhoud van het collectieve contract bewijst, dat de industrie-arbeiders in Luxemburg niet alleen een belangrijk loonsucces bereikt hebben, maar tevens een vakverenigings-succes van grote principiële betekenis. Het is te wensen, dat de na afsluiting

van het collectieve contract door het moderne vakverbond uitgezonden oproep aan de nog ongeorganiseerde arbeiders, welke profiteren van de actie en het succes van hun georganiseerde kameraden, tot gevolg heeft, dat zij de rijen van het vakverbond versterken, dat daardoor zijn eisen met nog groter nadruk verder zal kunnen doorvoeren. Als goede ouders De Algemene Nederlandse Bond van Huispersoneel vroeg ons plaatsruimte voor de volgende opwekking. Als goede ouders zijn we bezorgd voor de toekomst onzer kinderen. We hopen allen, dat het hun later zo goed mogelijk zal gaan. Als modern georganiseerden achten wij het voor onze kinderen nodig, dat zij zich aansluiten bij de vakorganisatie. Als onze jongen kantoorbediende, fabrieksarbeider of bouwvakarbeider is, dan wensen wij, dat hij als hij de leeftijd van 16—17 jaar bereikt, zich opgeeft als lid van zijn vakbond. Wij spreken zo nu en dan eens met hem over het belang van vakorganisatie. Wij vertellen hem ook hoe verkeerd het is, dat de vrouwelijke vakgenoten, zoals fabrieksarbeidsters, winkelbedienden, enz., zich haast niet organiseren en hoe daardoor de arbeidsvoorwaarden en lonen worden verslechterd. Wij kweken dientengevolge een zekere wrok bij de mannelijke arbeiders tegenover de vrouwelijke. Wij vergeten echter, dat voor een groot deel de schuld bij onszelf ligt, indien onze dochters zich niet bij de vakorganisatie aansluiten. Met haar praten we niet, zoals we met onzen jongen doen. „Och, die meid trouwt later toch en heeft dan geen vakbond meer nodig” zeggen we. We vergeten maar al te vaak, dat er duizenden vrouwen ongehuwd blijven en er steeds vrouwen zullen zijn, die om verschillende redenen niet zullen trouwen. Voor haar is organisatie dringend geboden en tot haar kan later ook uw dochter

behoren. Als we menen, dat door het ongeorganiseerd zijn van meisjes en vrouwen, de lonen en arbeidsvoorwaarden van de jongens en mannen worden verslechterd, hebben we te zorgen, dat hierin verandering komt. Er is één vakgroep, die misschien wel het grootste aantal vrouwen en meisjes omvat. Wij bedoelen het huispersoneel. Een groep van tienduizenden, die ongeorganiseerd rondloopt, mede door de weinig actieve houding in deze van de ouders. Een groep, waarvan de arbeidsvoorwaarden slecht zijn, de lonen steedj lager worden, zodat er dringend behoefte aan verbetering bestaat. Deze ongeorganiseerde vrouwen en meisjes kunnen een groot gevaar worden voor onze vrijheid, kameraden! Als wij zien met welk een geestdrift de ongeorganiseerde Duitse dienstboden naar Duitsland reizen om haar stem op Hitler uitte brengen, moeten wij tot het besef komen, dat iets dergelijks hier niet mag gebeuren. Zorgt daarom, dat .uw dochter of a.s. schoondochter, zo zij inde huishouding werkzaam is, lid wordt van de Algemene Nederlandse Bond -van Huispersoneel, secretariaat Ruyschstraat 40, Amsterdam- Oost. ADVERTENTIËN Hiermede berichten wij het, door een noodlottig ongeval, overlijden van ons trouwe lid en onzen goeden kameraad HARTEN KEUNING. Zijn nagedachtenis zal bij ons lang in goede herinnering blijven. Rust in vrede, kameraad. Het bestuur der afdeling Arnhem.

Verbeterd aanzicht voor het huis, waarin de werkkampers ondergebracht waren.

Bosarbeid te Eemnes