AMSTELODAMUM
PETERSBURG EN AMSTERDAM Bij elke hervorming, bij elke onderneming had Peter de Groote een bepaald Westersch voorbeeld voor de oogen. Hij volgde echter het voorbeeld niet in alles op, paste het meer aan de Russische toestanden aan, bracht de noodige veranderingen in, zoodat het voorbeeld, vooral na de talrijke wijzigingen, die Peter in zijn oorspronkelijk plan bracht, vaak niet meer te herkennen was. Wie de zaak echter nauwkeurig bestudeert, vindt altijd het prototype. Als prototype voor de nieuwe hoofdstad van Peter diende Amsterdam. Peter hield niet van Moskou. Die stad had voor hem vele onaangename herinneringen, ze was tevens de burcht van het verzet tegen zijn hervormingen, tegen al het Westersche, dat Peter zoo bewonderde. Reeds vroeg ontstond bij hem het verlangen een nieuwe hoofdstad te stichten, dichter bij de zee, dichter bij het Westen. Tijdens zijn eerste reis naar het buitenland heeft Peter eenige hoofdsteden gezien, o.a. Amsterdam en Weenen. Amsterdam heeft een onvergetelijken indruk op den tsaar gemaakt en sindsdien zocht hij naar een plek, waar hij een dergelijke stad zou kunnen stichten. Plet Moskovische rijk bezat zulk een plek niet. De eenige zee die dat Rijk had, was de Witte Zee in het hooge noorden. Peter heeft die zee in oogenschouw genomen, maar hij zag in, dat Archangel en haar omstreken te ver van het hart van het land lagen en, wat voor Peter wellicht van nog meer belang was, ver van het Westen. De gelegenheid bood zich tijdens den oorlog met Zweden, inde Russische geschiedenis bekend als de ~Groote Noordsche Oorlog” (1700—1721). Zoodra Peter zich eenigszins hersteld had van de vreeselijke nederlaag bij Narwa (1700) begon hij zijn systematische veroveringen in het gebied van de Finsche golf. Die streek was in vroegere eeuwen Russisch grondgebied. Plet was dus voor de Russen geen onbekend land. Achtereenvolgens bezetten de legers van den tsaar de streek langs de Newa en kwamen tenslotte bij den mond van die rivier. De delta van de Newa werd in 1703 geheel van Zweedsche troepen gezuiverd. In die delta vond Peter een plek, die veel overeenkomst vertoonde met het land aan den Amstel en het IJ. Gelegen tusschen het Ladoga-meer (Zuiderzee) en de Finsche golf (Noord-zee), vormde de Newa-delta een scheiding tusschen het zuidelijke land van Nowgorod en Pskow (Dordrecht en Zeeland) en het noordelijke Finland (West-Friesland). De Newa (het IJ) was een breed water, dat een uitstekende gelegenheid voor een haven bood, de zijrivieren vormden waterwegen, die het zuidelijke gedeelte van het land met de haven verbonden (Amstel), terwijl sommige armen van de Newa merkwaardige overeenkomsten met de Amsterdamsche grachten vertoonden, die Peter zoo bewonderde. De toegang tot de haven werd aan den kant van de zee door het eiland Kotlin verdedigd (Pampus). Naast deze overeenkomsten waren er echter ook belangrijke verschillen. Het IJ alleen mondde op de Zuiderzee uit en had geen verbinding met de Noord-Zee. De Newa daarentegen verbond het Ladoga-meer met de Finsche Golf, de haven zou dus niet naar het Oosten (als in het toenmalig Amsterdam), maar naar het Westen gericht moeten worden met het Ladoga-meer (Zuiderzee) inden rug. Het IJ was veel smaller dan de Newa, lag aan den rand van de stad en had geen armen. De Newa splitst zich daarentegen bij den mond in eenige armen, die enkele groote eilanden (Wasiljewskij, Petrowskij, Jelagin, Kamennyj, Golodaj, Aptekarskij enz.) en talrijke kleine vormen, waardoor de nieuwe stad slechts gedeeltelijk volgens het Amsterdamsche plan gebouwd kon worden. Voor zoover het kon, volgde Peter zijn voorbeeld. Een vluchtige blik op den plattegrond van dat gedeelte van Petersburg, waar „Nowaja Gollandija” (Nieuw Holland) ligt*) verraadt duidelijk l) Dat „Nieuw Holland” beslaat een driehoekig eiland, begrensd door de Mojka en het Krjoekow-kanaal. Het ligt niet ver van den mond van de groote Newa en vlak bij de Nieuwe Admiraliteit. (De Oude Admiraliteit lag oostelijker, schuin tegenover de Pfetrus- en Paulusvesting, het eerste gebouw van de nieuwe stad). Oorspronkelijk zou de stad „Slotburg ’ heeten
33