AMSTELODAMUM
gebeurd. Toen hij het huisje op de Krim betrad was de redder van Europa diep bewogen. Op voorstel van Koning Willem werden toen boven de schouw twee kleine gedenksteenen geplaatst, en die zijn er nog. De eigenaar van het huisje, doende wat des kasteleins is, mocht den Tsaar en het heele gezelschap madera schenken. Op zijn schriftelijk aanbod om het huisje aan den Tsaar te mogen overdragen, werd geen antwoord ontvangen. Alexander had spoedig wel wat anders te doen. Wel geloofde iedereen aan een langen vrede, maar daarvan zou vooreerst niets komen, niet vóór Waterloo en St. Helena. In 1818 heeft Koning Willem I het huisje te Zaandam voor ƒ 6000 gekocht. Bij de geboorte van zijn tweeden kleinzoon Alexander, gaf hij het ten geschenke aan de ouders van den held van Waterloo, de latere Koning Willem II en grootvorstin Anna Paulowna, de eigen zuster van Tsaar Alexander. (Het oudste zoontje was de latere Koning Willem 111, de hier bedoelde prins Alexander is in 1848 op het eiland Madera overleden.) Prinses Anna Paulowna was met het'geschenk hoogelijk ingenomen. Zij liet het huisje overbouwen met een pannen dak, dat rustte op stijlen met open bogen zoodat het van buiten toch geheel zichtbaar bleef. Ook werd er steeds een schildwacht bij geplaatst, meest een oud-strijder bij Waterloo. Ondanks alle zorg heeft het eenmaal zwaar geleden. Bij den historischen watersnood in 1825 liep het geheel onder (een steen wijst aan hoe hoog het water toen rees). De oude steenen vloer zakte en werd dooreen houten vervangen. Inde volgende tijden is het huisje door vele grooten der aarde bezocht, o.a. in 1839 door den Russischen troonopvolger (die van 1851 tot 1881 als Alexander II aan het bewind is geweest). Na den dood van Koning Willem II bleef Koningin Anna Paulowna alleen eigenares en bij haar overlijden in 1865 trad haar zoon Prins Hendrik in haar rechten. Deze liet het huisje opnieuw overbouwen zoodat het dooreen houten omhulsel geheel werd beschermd. Bij den dood van den Prins erfde zijn broeder Koning Willem 111 als zijn universeel erfgenaam ook het huisje, maarde Koning behield het niet. In 1886 bood hij het ten geschenke aan Tsaar Alexander 111, die het met grooten dank in eigendom aanvaardde. Op zijn last werden er in 1890 houten stuttingen en hangers aangebracht om het aan alle kanten te schragen; het werd opgevijzeld en in zijn geheel op een steenen fundament geplaatst zoodat het beveiligd was voor optrekkend vocht. Dadelijk na zijn troonbestijging in 1894 legde Tsaar Nicolaas II groote belangstelling voor het historische perceeltje aan den dag. Volgens zijn wenseh heeft de architect G. B. Salm te Amsterdam in 1896 de plannen ontworpen en uitgevoerd voor een geheel steenen gebouw, waarin het huisje als een kostbare reliek werd besloten en tegelijk werd om het geheele terrein een steenen muur opgetrokken. Deze Tsaar, de voorsteller en ontwerper van de Haagsche Vredesconferenties in 1899 en 1907, heeft andermaal blijk gegeven van groote sympathie voor de herinnering aan zijn beroemden voorvader, toen hij in 1911 te Zaandam een monument heeft laten oprichten dat hij aan de gemeente aanbood. Het heilige huisje is aldus sedert 1886 onvervreemdbaar bezit geworden van het huis Romanoff en het is dit gebleven tot den val van het tsaristisch bewind en den moord op den Tsaar en de zijnen. Na die gebeurtenissen is het gemeentebestuur van Zaandam in onderhandeling getreden met den laatsten Russischen gezant in den Haag. Hij had geen macht en geen middelen meer. Zaandam heeft daarop de zorg over het beroemde huisje op zich genomen, waarbij de stad zich bereid verklaarde den vollen eigendom over te dragen indien zich te eeniger tijd een rechtmatigen vertegenwoordiger van het huis Romanoff mocht aanmelden. Tot dusver is in dezen toestand geen verandering gekomen en er schijnt weinig kans dat het Sowjetbewind voor een Tsaristische regeering zal plaats maken. De rechte Romanoffs zijn als ~rois en exil” in het buitenland en zij zijn blijkbaar niet gesteld op dit bezit. Er is wel eens opgemerkt dat een van degenen die door familie-
28