AMSTELODAMÜM

scheiijkheid om te voorkomen, dat verschillende zaken voor Amsterdam verloren gaan. Het gevaar is dat ze naar het Bisschoppelijk Museum te Haarlem gaan. Beter zou zijn het bewaren ervan in het Museum Amstelkring alhier. Desgevraagd deelde hij mede dat een bedrag van / 200. voldoende zou zijn. Prof. Slothouwer (bestuur) meende dat ons Genootschap bijv. f 150.— voor den aankoop zou kunnen aanbieden aan den Amstelkring. De voorzitter zegde toe, dat het bestuur deze zaak zou bespreken in eene, dadelijk na de ledenvergadering, te houden bestuursvergadering. Op verzoek van den heer Driessen zal nog eens overwogen worden, of het misschien aanbeveling verdient de excursies op een anderen dag dan Woensdag te houden. De voorzitter merkte op, dat een deel onzer leden, om godsdienstige redenen, bezwaar heeft tegen den Zaterdag, en de leerkrachten hebben weer bezwaar tegen een anderen dag dan Woensdag en Zaterdag. Het zal nog eens worden nagegaan. Ook het denkbeeld van den heer Driessen om de jaarvergadering op een ander uur te houden zal worden overwogen. Bijv. op een avond, en dan verbonden met een lezing, opperde prof. Slothouwer; een praat- en vraagavond gaf de heer Pont in overweging. Ook dit zal het bestuur nog eens onder de oogen zien. Veiizameling-Garms De bekende, op 27 Juli 1933 overleden muziekliefhebber J. H. Garms Jr., die lange jaren lid van ons Genootschap is geweest en voor onze uitgaven ook de Oude Marschen van de Amsterdamsche Schutterij heeft bewerkt, heeft gedurende zijn leven met onverzwakten ijver, speurzin en liefde een belangrijke verzameling van boeken, brochures, knipsels, partituren en handschriften, voor een groot deel inzonderheid het Amsterdamsch muziekleven betreffend, bijeengebracht en verzorgd. Zijn wenseh, dat deze verzameling na zijn dood niet zou worden versnipperd, doch als één geheel ten gebruike van geleerden en belangstellenden in stand blijven, is door de piëteit van zijn broeder, den schilder en ons medelid C. M. Garms, in vervulling gegaan. De gansche collectie is thans ondergebracht inde Universiteits-Bibliotheek alhier en staat daar open ten algemeenen nutte en ieders dienst. Men mag vertrouwen, dat zij daar nog menige vrucht zal afwerpen, en de beide heeren Garms verdienen dan ook voor hun milde en van burgerzin getuigende daad eerbied en oprechten dank. Contributie Donateurs en leden worden vriendelijk verzocht, ter vereenvoudiging en ter verlichting van incasso-onkosten, hun contributie liefst spoedig en tot half Februari te doen toekomen aan den penningmeester, notaris C. G. Pouw, Vossiusstraat 3, hetzij der postgiro nr. 52391, hetzij per Gemeente-Giro nr. A 65. Nieuwe leden De volgende heeren door het bestuur benoemd, hebben hunne benoeming aanvaard en zijn met ingang van 1 Januari 1934 tot het Genootschap toegetreden: a. als donateur: de heeren mr. R. Erdmann en G. Remmert; b. als gewone leden: de heeren mr. H. A. van Beusekom, dr. F. Blauwkuip, P. Braam, mr. J. M. Croockewit, J. Emous, jhr. P. Graafland (Baarn), A. A. J. Guépin, J. de Jong, A. J. de Jong, mr. P. Leendertz, N. Lier, J. van Maanen, P. J. Meertens, J.E. Meijer Ranneft, A.J. deMooij (Weesp), F.C. Mijnssen, drs. Th.Neervens, S. Polka, W. C. Posthumus Meijes, N. Schenkman, J. W. Schutte, J. C. Spangenberg, C. van Straaten, Fred. Thomas, prof. dr. H. N. ter Veen, A. H. de Balbian Verster (Utrecht), J. J. Wuite.

24