AMSTELODAMUM
Oranje geïnstalleerd. Nu werden weder vier burgemeesters benoemd, mr. P. A. van Boetzelaer, president, mr. D. W. Elias, P. J. Hogguer en J. Brouwer Joachimsz. Bij Kon. Besl. van 5 Nov. 1815 werd deze regeling bevestigd, waarbij de Raad zou bestaan uit 40 personen, waaronder de vier Burgemeesters. De Raadsleden werden gekozen voor het leven en voor de eerste maal door den Koning benoemd, en evenzoo de Burgemeesters uit de Raadsleden; ieder jaar trad een hunner af, en zijn opvolger werd aangewezen door den Koning uiteen door den Raad aan te bieden drietal. Een Kon. Besl. van 24 Januari 1824 bracht uien we wijziging inden bestuursvorm. Voortaan zou er slechts één Burgemeester zijn die ter zijde zou worden gestaan door vier wethouders. Op 12 Maart werd daarop mr. D. W. Elias als de eenige Burgemeester geïnstalleerd. In hoofdzaak is de samenstelling van het stedelijk bewind sedert onveranderd gebleven. Sedert 1808 heeft Amsterdam in het geheel 24 Burgemeesters gehad, wier namen hier volgen. Mr. J. Wolters van de Poll 1808—1811 W. J. van Brienen van de Groote Lindt (Maire) 1811—1813 Mr. P. A. Baron van Boetzelaer 1814—1824 Mr. 1). W. Elias 1814—1828 P. J. Hogguer 1814—1816 J. Brouwer Joachimsz 1814—1821 G. Blaauw 1816—1824 Jhr. mr. A. A. Deutz van Assendelft .-... 1821—1824 Mr. F. van de Poll 1828—1836 Mr. W. D. Cramer 1836—1841 P. Huidekoper 1842—1849 Mr. G. C. J. van Reenen 1850—1853 Mr. H. Provó Kluit 1853 Jhr. mr. J. van Iddekinge (waarnemend) 1854—1855 Mr. C. H. B. Boot • 1855—1859 Mr. J. Messchert van Vollenhoven 1855—1866 Mr. C. Fock 1866—1868 Jhr. mr. C. J. A. den Tex 1868—1879 Mr. G. van Tienhoven 1880—1891 Mr. S. A. Vening Meinesz 1891—1901 Mr. dr. W. F. van Leeuwen 1901—1910 Jhr. mr. dr. A. Röell 1910—1915 Ir. J. W C. Tellegen 1915—1921 Dr. W. de Vlugt i 1921 tot heden DE REPUTATIE VAN HET AMSTERDAMSCHE BIER Het bezoek dat vele onzer leden aan de „Amstel-Brouwerij” mochten brengen, riep in mijn herinnering terug een notarieele acte *) uit het protocol van notaris S. Peereboom te Hoorn, waarin de kwaliteit van het bier ineen paar met name genoemde brouwerijen te Amsterdam wordt geroemd. De eigenaar van de bierbrouwerij „Het Wapen van West-Vriesland” te Hoorn, Philippus Constantyn Boon, sluit op 31 Mei 1787 een negotie met Dirk Sem, kapitein van het Hoeckerschip „de Verwagting”, ten dienste van de Edele Heeren Bewinthebberen van de Oostindische Compagnie ter Kamer te Hoorn en weldra naar Nederlandsch-Indië navigeerende: Ses en dertig Pijpen bier gebrandt met het merk van de voors. Brouwerij Een Leeuw ter behoorlijker tijd binnen opgem. Scheepsbodem zal leveren goed en wel geconditioneert, tegens de Prijs van ses en veertig guldens per Pijp. b Rijks Arch. in N.-H. No. 2619 acte no. 825.
3