andere kant heen te draaien, zodat ze de regels nog schuiner zagen verlopen.
Bij de tweede manier nemen zowel onder- als bovenarm deel aan de rechtslopende beweging (zie fig. 3). Dit is een nadeel terwijl nu het evenwijdige regelverloop voor de houding van het lichaam slechts voordelig kan zijn. Het is ons niet mogelijk een van beide houdingen als de beste aan te bevelen. We vermoeden alleen dat de tweede manier meer inspanning vraagt bij het aanleren.
De schrijfhouding van linkshandige kinderen.
Over linkshandigheid is heel wat geschreven. Er is één vraag waarop we graag een antwoord zouden hebben van de auteurs over linkshandigheid: „moet een linkshandig kind rechts leren schrijven of links? Zo goed als allen antwoorden ons : „laat een linkshandig kind ook links schrijven”. Er is een groepje Amerikaanse auteurs, die het linkshandige en tevens het rechtshandige kind persé links en rechts wil leren schrijven. Zij verwachten hiervan een bijzondere gunstige uitwerking op de ontwikkeling van het verstand. Omdat de meest recente publicaties zulk een inwerking volkomen onbewezen achten, en in de zogenaamde ambidextrie alleen maar tijdverspilling zien en er zelfs schadelijke gevolgen uit zien voortkomen, zullen we ons houden aan dat eerste antwoord : Leer linkshandige kinderen ook links schrijven.
Daarmee staan wij voor de opgave om ons een juiste voorstelling te vormen van de schrijfhouding van het linkshandige kind. Anders is het niet mogelijk een linkshandige schrijver te helpen de juiste schrijfhouding aan te nemen. Een eerste moeilijkheid bij het links-schrijven is, dat de schrijvende hand een bepaalde plaats op het papier passeert nadat de pen erop geschreven heeft. Als met inkt geschreven wordt krijgen we vlekken. Om dit te voorkomen kiezen we de schuine stand van het schrijfblad (30°).
We moeten dan bedenken dat een gedeelte van de schrijfhouding en beweging het spiegelbeeld is van die der rechtshandige. Alleen de schrijfrichting blijft van links naar rechts (anders zou er zelfs helemaal geen moeilijkheid zijn) en de schrifthelling blijft: licht rechtshellend. Een tweede moeilijkheid vormen de ophalen. De links-schrijver moet daarvoor de penpunt recht omhoog bewegen waardoor deze gemakkelijk in het papier steekt. Om dit te voorkomen geven we een linkshandige schrijver nooit een pen met een spitse punt (b.v. een kroontjespen) maar een met een afgeronde punt (b.v. een zgn. „Pfannenpen”)-
Er zijn nog wel meer bruikbare schrijfhoudingen voor de linkshandigen, maar bovenstaande lijkt ons het best uitgebalanceerd.
Samenvatting. Het aanleren van een goede schrijfhouding is noodzakelijk. Dit kunt u alleen als u uw schrijfhouding zo nodig corrigeert en zelf een goede schrijfhouding beleeft.
De houding van het lichaam is rechtop, schouderlijn evenwijdig aan de rand van de bank, recht voor het schrift, borst vrij van de tafelrand, voeten plat op de grond.
De zitbank moet zo hoog zijn, dat de elleboog ter hoogte van het tafelblad komt. De pen wordt beet gehouden tussen duim, wijsvinger en middelvinger. Wijs- en middelvinger vlak bij de pen, de duim een Yt cm teruggeschoven. Wijsvinger zwak gebogen. De pen wijst naar rechts, iets van de schouder af. De onderarm steunt op de bankrand, zó dat 10 cm van de onderarm buiten de bankrand steekt. De schrijvende hand steunt op de ingetrokken pink en de rechter zijkant van de hand. Het schrift ligt evenwijdig aan de tafelrand of maakt er een hoek van 30 graden mee. De schrijfhouding van linkshandige schrijvers verdient bijzondere zorg.
AAN DE ZONKANT
Litteratoren proberen wel buitenlandse namen letterlijk te vertalen. Zo werd de nieuwste dieetspecialist en gezondkoker Gaylord Mauser aangeduid als De Vrolijke Heer Mauser. Er zijn nog meer
voorbeelden, maar Bloem heeft ze van Jan Hij-liever-dan-ik. Het ging over de Engelse schrijver John Drinkwater. Van Bloem is ook üe klacht, „dat hij aan het van zijn geld nog zoveel maand over had .
OUDERLIJKE MEDEDELINGEN
„Mijn zoon heeft veel last van transporterende voeten . school komen, kiespijn heeft, die