Ziektewet of wat daarmede overeenkomt ontvangen. De werkgever kan het risico aan de Zeebedrijfsvereeniging overdragen; een premietarief zal door de Kroon worden vastgesteld.

Indien de verzekerde tengevolge van een bedrijfsongeval overlijdt, keert de Zeebedrijfsvereeniging begrafenisgeld en een rente aan de nagelaten betrekkingen uit. Het begrafenisgeld wordt alleen toegekend, wanneer de begrafenis aan land heeft plaats gehad en niet krachtens de wet ten laste van den werkgever of van het schip komt. Het bedraagt, zoo de begrafenis is bekostigd door een of meer nagelaten betrekkingen, die aanspraak op rente hebben, dertigmaal het dagloon van den overledene en indien zij door andere personen is bekostigd de kosten der begrafenis, doch niet meer dan dertigmaal het dagloon van den overledene. De renten aan de nagelaten betrekkingen bedragen: voor de weduwe tot haren dood of tweede huwelijk 30 pCt. van het dagloon van den overledene; voorden weduwnaar, indien de overleden vrouw zijn kostwinner was, tot zijn dood of tweede huwelijk zooveel als de overledene in den regel tot zijn levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 30 pCt. van haar dagloon; voor elk wettig of wettig erkend natuurlijk kind 15 pCt. en, ingeval het kind ouderloos is of wordt, 20 pCt. van het dagloon van den overledene; voor de ouders — bij ontstentenis van dezen, voor de grootouders — en voor de schoonouders van den overledene, indien deze hun kostwinner was, zooveel als hij in den regel tot hun levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 30 pCt. van zijn dagloon en wel tot den dood van den langstlevende; voor elk ouderloos kleinkind van den overledene, indien deze zijn kostwinner was, zooveel als hij in den regel tot diens levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 20 pCt. van zijn dagloon.

De verzekerde, die opzettelijk het ongeval heeft veroorzaakt, en diens nagelaten betrekkingen hebben geen aanspraak op eenige schadeloosstelling. Bij algemeenen maatregel van bestuur kan aan de daartoe aan te wijzen colleges de bevoegdheid worden verleend om de rente, toegekend aan personen, die een bepaalden leeftijd nog niet hebben bereikt, geheel of gedeeltelijk aan te wenden voor hun opleiding tot een beroep.

In navolging van vroegere ontwerpen is in het wetsvoorstel het stelsel van type-Ioonen aangenomen. Het bestuur der Zeebedrijfsvereeniging maakt, onder goedkeuring van de Koningin, een lijst op, bevattende de bedragen, welke voor de verschillende groepen van arbeiders als dagloon zullen gelden. Deze lijst — die vóór hare vaststelling bekend moet gemaakt worden — zal ten minste om de 5 jaren worden herzien. Het bedrag van het dagloon wordt berekend door het gemiddelde jaarloon van de betrokken groep van werklieden te deelen door 365, met een maximum van f 3,40.

De middelen tot dekking der verzekering worden opgebracht door een jaarlijkschen omslag over de leden der Zeebedrijfsvereeniging. Een reservefonds wordt gevormd uit opslagen ten bedrage van 10 pCt. op den jaarlijkschen omslag. Bij de statuten der Zeebedrijfsvereeniging wordt bepaald, volgens welken maatstaf de jaarlijksche omslag over de leden geschiedt. De statuten kunnen voorschrijven, dat een gevarentarief met gevarenklassen, met of zonder gevarencijfers, door de algemeene vergadering zal worden vastgesteld, naar gelang van het gevaar, dat blijkens statistische gegevens de uitoefening van het zeevaart-, resp. het zeevisschersbedrijf voor de verzekering oplevert. Een dergelijk gevarentarief moet ten minste om de 5 jaren herzien en door de Koningin goedgekeurd worden.

Het is den werkgever verboden de voor hem uit de wet voortvloeiende kosten geheel of ten deele af te houden van het loon der arbeiders.

De aangiften betreffende het uitgeoefende bedrijf, verandering of staking daarvan, geschieden ingevolge het ontwerp aan het bestuur der Zeebedrijfsvereeniging. De beslissing omtrent den verzekeringsplicht wordt genomen door datzelfde bestuur. Zoodra vaststaat, dat het zeevaart- of het zeevisschersbedrijf wordt uitgeoefend, wordt de werkgever ingeschreven in een ledenregister. Dit register bestaat uit twee deelen, het een voor het zeevaartbedrijf, het andere voor het zeevisschersbedrijf, en moet bevatten alle gegevens betreffende het uitgeoefende bedrijf, waarvan de kennis voor de uitvoering der verzekering noodzakelijk is. Indien een gevarentarief is vastgesteld, wordt ook een vaartuigenregister aangehouden, waarin elk zeevaartuig wordt opgenomen, met vermelding van de gegevens, welke tot grondslag strekken aan de rangschikking van dat vaartuig volgens het gevarentarief. Het bestuur kan, in de plaats van registers, het gebruiken van kaarten voorschrijven. Bij de aangifte van het ongeval wordt onderscheiden of het zeevaartuig, waarop de getroffene ten tijde van het ongeval thuis behoort,