verbruik, alsmede aan het feit dat November 1912 vijf Zaterdagen telde en November 1911 vier. De mindere opbrengst van den accijns op wijn is een gevolg van minder verbruik van belasten wijn in verband met knoeierijen in den wijnhandel. De meerdere opbrengst van den accijns op het geslacht is toe te schrijven aan verhoogde veeprijzen; die van de registratierechten en hypotheekrechten vindt vermoedelijk haar oorzaak in meerdere overgangen van vast goed. De mindere opbrengst der successierechten vindt haar oorzaak in het feit dat in November 1911 zeer belangrijke sommen tegelijk betaald werden.

Rijkspostspaarbank. November 1912. Het bedrag der gezamenlijke inlagen was f 6 735 591,57 of f 395 265,91 minder dan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. Het bedrag der terugbetalingen beliep f 6 738 865,43 of f 241 610,58 meer dan in November 1911. In den loop der maand werden afgegeven 10 577 spaarbankboekjes en 357 staatsschuldboekjes (resp. 11 395 en 417 in November 1911). Afbetaald werden in den loop der maand 6 602 spaarbankboekjes en 149 staatsschuldboekjes (resp. 6 011 en 114 in November 1911). Op het einde der maand waren in omloop 1 604 059 spaarbank-en 21 664 staatsschuldboekjes (resp. 1 553 635 en 18 537 op uit. November 1911). Het saldo tegoed per inlegger beliep f 107,62 (f 107,32 in November 1911).

Het aantal op het einde der maand October in omloop zijnde staangeldboekjes bedroeg 5 710 (5 774 einde September 1912). Het grootste aantal bevond zich in Noord-Holland, n.1. 3 531, daarop volgt Zuid-Holland met 1369, Gelderland met 173, Overijssel met 136, Noord-Brabant met 136, Limburg met 124, Utrecht met 96, Drenthe met 65, Friesland met 41, Groningen met 25 en Zeeland met 14.

Het aantal in den loop der maand nieuw afgegeven staangeldboekjes bedroeg 152 (258 in September 1912). Hiervan stonden 118 ten name van arbeiders, werkzaam in de nijverheid (93 in Noord-Holland, 6 in Zuid-Holland, 6 in Drenthe, 5 in Noord-Brabant, 4 in Gelderland, 3 in Overijssel en 1 in Utrecht) en 34 ten name van arbeiders, werkzaam in den handel (23 in Noord-Holland, 10 in ZuidHolland en 1 in Groningen).

Scheepvaartverkeer. Nieuwe Rotterdamsche Waterweg. —November 1912. Ingeklaard werden 927 schepen (visschersvaartuigen niet medegerekend), metende 3 063 038 M3., tegen 801 schepen, metende 2 484 795 M3., in November 1911. In November 1912 derhalve 126 schepen en 578 243 M3. meer dan in dezelfde maand van het vorige jaar.

Uitgeklaard werden 990 schepen, metende 3 314 670 M3., tegen 817 schepen met 2 534 677 M3. inhoud in November 1911. In November 1912 derhalve 173 schepen en 779993 M3. meer dan in November 1911.

Zeeschepen te Amsterdam. — November 1912. Ingeklaard werden 241 zeeschepen, metende 959 000 M3., tegen 239 schepen met een inhoud van 896 615 M3. in November 1911. In eerstgenoemde maand derhalve 2 schepen en 62 385 M3. meer dan in laatstgenoemde.

Uitgeklaard werden 225 schepen, metende 1034 485 M3., tegen 183 schepen, metende 815 465 M3., in November 1911. In November 1912 derhalve 42 schepen en 219020 M3. meer dan in dezelfde maand van het vorige jaar.

Spoorwegen. ') Juli 1912. Door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij werden in totaal 1 225 868 reizigers vervoerd, voorzien van een plaatsbewijs enkele reis; het aantal vervoerde reizigers, voorzien van een retourbiljet, beliep 613 588. In verkeer met vreemde spoorwegen werden 163829 plaatsbewijzen enkele reis uitgegeven, terwijl het aantal verstrekte retourbiljetten 12 310 bedroeg. Het aantal afgegeven abonnementskaarten voor werklieden beliep 15 798. In het geheel werden 452 063 tonnen goederen vervoerd, waarvan 173 233 tonnen steenkolen, briketten en cokes.

Door de Noord-Brabantsch-Duitsche-Spoorweg-Maatschappij werden in totaal 8 823 reizigers vervoerd, voorzien van een plaatsbewijs enkele reis; het aantal vervoerde reizigers, voorzien van een retourbiljet, bedroeg 3 990. Het vervoer van reizigers, voorzien van een plaatsbewijs enkele reis naar het buitenland, bedroeg

]) De Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de Ned. Centraal Spoorweg-Maatschappij kunnen de maandelijksche opgaven betreffende het vervoer van reizigers en goederen niet meer verstrekken.