voedings- en genotmiddelen" was, vergeleken met November van het vorige jaar, het relatief aantal werkloozen eenigszins lager; in de groep „textielnijverheid" was het daarentegen hooger, terwijl het in de „vrije beroepen" gelijk bleef.

In Amsterdam, Arnhem, Leiden en Tilburg waren de percentages in November 1912 grooter dan in dezelfde maand van 1911, in 's-Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Groningen, Haarlem en Nijmegen kleiner.

Kleiner dan in October 1912 waren in November 1912 de verhoudingscijfers in Haarlem en Tilburg; in Amsterdam, den Haag, Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Groningen, Leiden en Nijmegen waren de percentages grooter.

Men houde in het oog, dat, hoewel maandelijks in elke plaats afzonderlijk dezelfde beroepen in het onderzoek worden betrokken, deze beroepen niet in alle plaatsen dezelfde zijn.

Bij de beschouwing van bovengenoemde cijfers houde men ook rekening met den duur der werkloosheid in de verschillende beroepsgroepen, welke, zooals reeds in den aanvang van dit overzicht werd vermeld, in November 1912 voor alle werkloozen te zamen gemiddeld per week en per werklooze 5,8 dagen bedroeg. In October 1912 en November 1911 waren deze cijfers 5,7 en 5,6 dagen.

Het gemiddeld wekelijksch bedrag van den door de gemeentelijke werklozenfondsen in November j.1. verstrekten bijslag blijkt uit de volgende cijfers:

Amersfoort . . f 0 Leiden. . . . f 47,—

Amsterdam . . » 128,80 Maastricht » 0

Arnhem ...» 141,30 Middelburg . . » 30,50

Baarn . . . . » 9,52 Nijmegen. . . » 11,96

Bussum ...» 4,73 Rotterdam . . » 28,10

Delft . . . . » 6,17 Schiedam. . . «• 2,88

Deventer ...» 5,90 Tilburg ...» 3,70

Dordrecht . . » 9,18 Utrecht ...» 22,385

's-Gravenhage'). » — Ylaardingen . . » 2,19

Groningen . . » 71,90 Vlissingen . . » 0

Haarlem en Zaandam ...» 4,20

Schoten2) » 10,73 Zeist .... » 3,60

Hilversum . . » 22,34 Zwolle.... » 0,60

Leeuwarden . . » 21,16

') Geen opgave ontvangen.

2) Van het fonds te Schoten werden geen gegevens ontvangen.

Werkstakingen en uitsluitingen.

Werkstakingen en uitsluitingen, begonnen in November 1912. Gedurende de maand November 1912 begonnen 11 ') stakingen, waarvan 2 in Noord-Brabant (te's-Hertogenbosch), 1 in Gelderland (te Groesbeek), 3 in Zuid-Holland (1 te's-Gravenhage en 2 te Schiedam), 3 in Noord-Holland (1 te Alkmaar en 2 te Amsterdam),

1 in Zeeland (te Hansweert, gem. Kruiningen) en 1 in Groningen (te Scharmer, gem. Slochteren).

Naar de beroepen der stakers zijn de stakingen als volgt te verdeelen: arbeiders in eene metaalwarenfabriek 1, arbeiders, -sters in de sigarenindustrie 2, arbeidsters in eene aardappelmeelfabriek 1, arbeidsters in eene cartonnagefabriek 1, grondwerkers 1, indragers in eene glasfabriek 1, metselaars en opperlieden 2, schilders 1 en vloerenleggers en -schuurders 1.

Het aantal stakers, bekend voor 9 stakingen, was ± 1206 2). Bij de 11 geschillen waren 18 ondernemingen betrokken.

Van 9 stakingen werden de eischen bekend: 6 eischen betroffen het loon,

2 hadden betrekking op den arbeidsduur, 1 op het arbeidscontract, terwijl 3 „andere eischen" werden gesteld.

In de maand November 1912 begon geen enkele3) uitsluiting.

*) Tegen 13 in November 1911 en 20 in October 1912.

2) Tegen ± 546 stakers in de vorige maand (bij 12 stakingen).

3) Tegen 2 in November 1911 en 1 in October 1912.