klemmen en verwonden door stoomlieren en kranen 1 en door klemmen, stooten, snijden, enz. 87.

Langdurige werktijden kwamen voor bij 22 schepen, waarvan 1 geladen met gietijzer en steen, 1 met gietijzer en stukgoed, 2 met steen, 10 met steenkolen, 3 met steenkolen en stukgoed en 5 met stukgoed. Met inbegrip van rustpoozen werd 20 tot 37 uur gewerkt.

Dordrecht. — September 1908. Het aantal bezochte schepen bedraagt 14, waaronder 3 Nederlandsche. Op 11 schepen moesten één of meer, te zamen 26, aanmerkingen worden gemaakt. 19 van deze aanmerkingen betroffen alleen het schip en hadden betrekking op 8 schepen.

Gedurende September werden op 66,67 pCt. van alle Nederlandsche schepen, welke bezocht werden, aanmerkingen, het sciiip (scheepsmateriaal en tuigage) betreffende, gemaakt. Voor schepen van vreemde nationaliteit is deze verhouding als volgt: Deensche en Duitsche 50, Engelsche en Russische 100 en Belgische 0.

Het aantal werklieden, tijdens de controle aan boord bevonden, bedroeg 251.

3 aangiften van in het havenbedrijf plaats gehad hebbende ongevallen werden ontvangen. De ongevallen werden veroorzaakt: door val van last, gedeelte van last of gereedschap 1 en door klemmen, stooten, snijden, enz. 2.

Nationaliteitsbewijzen. Gedurende de maand September 1909 werden door de Commissarissen der Koningin in het geheel uitgereikt 2 064 nationaliteitsbewijzen, d.i. 99 minder dan in de voorafgaande maand. Omtrent de vermoedelijke oorzaken van daling of stijging van het aantal uitgereikte bewijzen (zie afl. 2, 1909, blz. 178) kan het volgende worden medegedeeld.

Door de Commissarissen der Koningin in de provinciën Gelderland, NoOrdHoliand, Zeeland, Utrecht, Overijssel, Groningen en Limburg werd alleen van het getal der afgegeven nationaliteitsbewijzen mededeeling gedaan. De cijfers bedroegen voor deze provinciën resp. 266, 267, 27, 96, 159, 105 en 306 tegen resp. 393, 251, 25, 91, 139, 111 en 288 in de maand Augustus 1909.

Uit de mededeelingen van den Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant blijkt, dat in September jl. werden uitgereikt 230 bewijzen van Nederlanderschap, d.i. 66 minder dan in de vorige maand. Van deze 230 afgegeven bewijzen zijn er 132 uitgereikt aan personen, voor wie de hier te lande bestaande werkloosheid de reden was, welke er hen toe leidde, zich naar het buitenland te begeven. 77 bewijzen werden uitgereikt aan personen, die als reden van vertrek opgaven de hoogere loonen in het buitenland. De overige 21 betroffen personen, die om andere redenen dan de hiervoren genoemde een bewijs hebben verzocht.

Ongeveer alle bewijzen werden uitgereikt aan personen, die zich naar Duitschland wenschten te begeven.

Door den Commissaris der Koningin in Zuid-Holland werden in September jl. 6 bewijzen minder afgegeven dan in de vorige maand. Van de 198 in September 1909 uitgereikte bewijzen werden er 27 verstrekt aan personen, die naar Duitschland vertrokken, zonder de zekerheid te hebben aldaar werk te kunnen krijgen; het getal nationaliteitsbewijzen voor de Rijnvaart afgegeven, bedroeg 16. Van de overigen, die in het buitenland een werkkring vonden of zochten, hadden 92 personen hier te lande geen werk. 22 personen vertrokken uit verschillende plaatsen naar Duitschland om aldaar bij de uitvoering van publieke werken te worden geplaatst. 9 personen kregen werk als fabrieksarbeider, 5 als mijnwerker, 4 als landbouwer, 4 als huisschilder en 4 als dienstbode.

De meeste personen vertrokken naar Duitschland.

Het totaal aantal door den Commissaris der Koningin in Friesland afgegeven nationaliteitsbewijzen beliep in de maand September 263, d.i. 9 meer dan in de vorige maand. Uit de antwoorden, door de burgemeesters in die provincie aan den" Commissaris der Koningin toegezonden, blijkt, dat door de meeste burgemeesters de oorzaken van daling of stijging van het getal der afgegeven nationaliteitsbewijzen niet werden opgegeven. Voor zoover dienaangaande mededeeling werd gedaan, was meer werk in de gemeente of minder arbeidsgelegenheid in het buitenland, de reden van vermindering in de afgifte der bewijzen. Schaarschte van werk in de gemeente en de hoogere loonen in den vreemde waren oorzaak van de stijging in het getal der nationaliteitsbewijzen, door een 10-tal burgemeesters afgegeven.

Door den Commissaris der Koningin in de provincie Drenthe werden uitgereikt 147 nationaliteitsbewijzen, d.i. 36 meer dan in Augustus 1909 doch 8 minder