de zaken met een tamelijk groot personeel aan de modisten gedurende de zomermaanden beurtelings 2 a 3 weken vacantie wordt toegestaan met behoud van loon. Voor alle overige plaatsen werd gemeld, dat geen toeslagen op de loonen worden gegeven. Kosten komen niet ten laste van de loonen, behalve te Rotterdam, waar enkele firma's de naalden in rekening brengen.
In onderstaand staatje zijn de voor de onderscheidene gemeenten opgegeven arbeidsdagen vermeld.
GEMEENTE. (^e GEMEENTE. ^Rust-.o^
—
Amsterdam ... 8^ 7 (ver- ten hoogste 2 uur. 's-Hertogenbosch1) 8 7 12^—2 en in den
koop- voor-en namiddag
sters nog een rusttijd.
. i 10) Leiden .... 7 a 8 7 1 j eu in den voor'
Groningen. . . . Drukke tijd: en namiddag
8 .1 8 12—2. i 20 a 30''minutenGewoon: Rotterdam . . . Drukke tijd:
9 ! 7 12—2. | 7 1
Haarlem en Heem- I Slnrinp tiirl • Ut—lli> 1—® 1
stede Ie en 2e modisten: sfl 5 j ™
Z. 8 7 1 12—1^. Schiedam. Z. 8' 8 /
W.9 5 12—1^. W. 9 6 \ 12~2"
| Utrecht . . . . 8 7 2 s uur.
.J) De ia de tabel opgegeven arbeidsduur is die voor de leerlingen. Yoor de overige modisten is de arbeidsdag afhankelijk van de drukte.
Dat overwerk voorkomt, werd gemeld voor Groningen (in den drukken tijd en dan meestal voor een deel van het personeel van 7—9 of van 8—10 uur 's avonds), Haarlem en Heemstede (soms in het midden van het drukke seizoen en dan naar omstandigheden door alle of enkele modisten, doch niet langer dan 1 uur), Schiedam (zeer weinig; meestal in het voor- en najaar), Utrecht (in zeer enkele gevallen van rouwbestelling en ook wel eens in het voor- en najaar) en Leiden. Nachtarbeid wordt nergens verricht. Wat het voorkomen van Zondagsarbeid betreft, werd voor Amsterdam door de betrokken Kamer gemeld, dat de door haar over 1910 verkregen inlichtingen geheel in overeenstemming waren met de resultaten van het in 1909 afzonderlijk ingestelde onderzoek. In verschillende zaken wordt in den drukken tijd (voornamelijk tusschen Paschen en Pinksteren en gedurende de maand October, doch overigens ook wel September, November en de eerste helft van December) op Zondag gewerkt (soms wel van 10 v.m.'—5 n.m.), doch deze werkzaamheden betreffen meer in het bijzonder den verkoop; bij één patroon wordt de Zondagsarbeid om beurten verricht. Voor alle overige plaatsen werd bericht, dat Zondagsarbeid niet voorkomt.
Te Groningen ontvangen de modisten bij enkele patroons wel, bij andere echter geen extra vergoeding voor overwerk; dooreengenomen meent de Kamer het percentage der gegeven verhoogingen op 25 te mogen stellen. Te Haarlem en Heemstede wordt overwerk beloond door het geven van de gratificaties, waarvan reeds op blz. 81 melding is gemaakt. Of te Leiden voor overwerk een extra vergoeding wordt gegeven, vermocht de betrokken Kamer niet met zekerheid te zeggen; het feit, dat de hoedenmaaksters ook in slappe tijden in dienst worden gehouden, doet haar evenwel veronderstellen, dat overwerk niet extra beloond wordt. Te Schiedam wordt voor overwerk geen hooger loon betaald, hetgeen in den regel eveneens het geval is te Utrecht. Voor de overige plaatsen werd opgegeven, dat voor de betaling van extra loon voor overwerk geen regelingen zijn getroffen. Omtrent de betaling van nacht- en Zondagsarbeid is nergens iets bepaald.
Te Rotterdam zijn vele modisten thuis voor eigen rekening werkzaam voor particulieren. Voorts wordt in sommige zaken werk mede naar huis gegeven, dat dan per stuk betaald wordt. Voor Utrecht werd gemeld, dat er wel modisten worden aangetroffen, die na afloop van haar gewone dagtaak nog voor kennissen of particulieren thuis werken, een arbeid, waaromtrent overigens geen bijzonderheden kunnen worden opgegeven. Of te Amsterdam huisarbeid voorkomt, is der betrokken Kamer niet bekend. Voor alle overige plaatsen werd meegedeeld, dat huisarbeid niet verricht wordt.