huis arbeiden. Deze gezellen, wier aantal stationnair blijft, maken langere arbeidsdagen en verdienen lagere loonen dan de gezellen, die in werkplaatsen arbeiden. 1 e Groningen werken de witwerkers (gezellen, die uitsluitend vuren- en grenenhouten meubelen vervaardigen) veelal thuis (op den zolder of in een schuur) tegen stukloonen. De arbeidsdag is ongeregeld en kan niet worden opgegeven, evenmin als de loonen, welke gemiddeld verdiend worden. Alleen kan nog worden meegedeeld, dat de , thuiswerkers vaak jongens in dienst nemen, wien zij een laag loon betalen en door wier hulp hunne netto-verdiensten stijgen. De omvang van den huisarbeid was in deze gemeente dezelfde als in 1909. Voor Haarlem werd van één zijde aan de Kamer gemeld, dat er daar gezellen worden aangetroffen — al is hun aantal ook niet groot —, die bij zich aan huis tegen verminderden prijs stuk- of tariefwerk verrichten, niet voor patroons, doch voor den een of anderen winkel in galanterieën. Ook te Leiden waren in 1910 nog witwerkers, die bij zich aan huis werkten, doch van veel beteekenis was de huisarbeid daar niet meer. Ten slotte zijn er ook te Rotterdam enkele werklieden, die ten behoeve van patroons thuis arbeiden; hunne loonen loopen zeer uiteen. Er zijn patroons, die afgepast hout meegeven; anderen laten hunne werklieden vrij in de aanschaffing van de benoodigde materialen, terwijl nog anderen de werklieden noodzaken, bij hen hout te koopen, vaak tegen hoogere prijzen dan zij daarvoor bij houtkoopers zouden moeten besteden. De laatstbedoelde werklieden verdienen bij overmatig lange arbeidsdagen en met hulp van jongens een weekloon, dat gemiddeld nog lager is dan dat dergenen, die in werkplaatsen arbeiden. De huisarbeid is echter afnemende; de jongens werken meer bij de patroons op werkplaatsen.

De loonen ondergingen sedert het vorige jaar de volgende wijzigingen. Te 's-Hertogenbosch en Vught werd het uurloon met 1 cent Verhoogd. Een gelijke verhooging werd hier en daar te Amsterdam gegeven. Voor de gezellen te Den Helder steeg het uurloon den len Juli met 2 ets. Te Groningen werd het uurloon begin Januari voor een vijftal gezellen in een meubelfabriek op 22 ets. gebracht, terwijl ten slotte ook in de weekloonen der bedden- en meubelmakers te Schiedam eenige vooruitgang viel te constateeren. De arbeidsduur onderging alleen eenige wijziging te Schiedam.

Amsterdam (Mh), Arnhem (B), Breda (B), Bussum (Hilversum B), Dordrecht (B), Enschede (B), Gouda (B). 's-Gravenhage (B), Groningen (B), Haarlem (Mh), Den Helder (B),' s-Hertogenbosch (B) Hilversum (B), Kampen (B), Leiden (B), Lonneker (Enschede B),' .Nijmegen (B), Rotterdam (Mh), Schiedam (B), Vught ('s-Hertogenhosch B) en Zutfen (B).

Pompenmakers. Het loon der werklieden in het pompenmakersbedrijf te Schiedam — door de aanwending van ijzeren of koperen pompen neemt de vervaardiging van houten pompen gaandeweg af — wordt per week berekend en uitbetaald en wisselt tusschen f 7,— en f 8,— per week, welk laatste loon als het normale kan worden beschouwd. Toeslagen worden niet gegeven. Kosten komen niet ten laste van de loonen. De arbeidsdag loopt van 8 uur v.m. tot 7 uur n.m. met een schafttijd van 12—2 uur 's middags. Des Zaterdags wordt om 4 uur met den arbeid geëindigd. Extra arbeid wordt nimmer verricht. Huisarbeid komt niet voor. Zoowel het loon als de arbeidsduur bleef sedert het vorige jaar onveranderd

Schiedam (B).

Riet- en teenbewerking. De werklieden in het ressort der Kamer van Arbeid te Ammerstol worden per bos betaald. De afrekening heeft wekelijks plaats. Er wordt gewerkt tegen het volgende tarief.

Rietsnijden: 5'/2 ets. per bos aan boord te leveren; 6' /2 ets. per bos op struik aan den dijk te leveren.

Zijn de gorzen zeer ongunstig gelegen, of bevat het riet veel stroo, hetgeen een bewijs is, dat de gorzen te hoog liggen en dat het snijden gemakkelijk gaat, dan wordt van deze eenheidsprijzen wel eens wat afgeweken.

Rietschoonmaken: per ruwe bos 5 ets.; ook wel per schoone bos matriet 4 ets dekriet 2 ets. en stroo 1 >/2 of 2 ets., naar gelang van de vraag naar strooisel.

Teensnijden (een arbeid, welke binnen het ressort der Kamer niet veel wordt verricht) 5 ets., op struik geleverd 6'/2 ets. per bos.

Sorteeren: naar gelang van de soort 5 a 6 ets per bos. Het te water breneen geschiedt in dagloon (f 1,20).

Teenschillen: groote teen 12 ets., middelsoort (voor mandenmakers) 9 ets kleine soort (davidjes) 3 ets. per bos.

Over het geheele seizoen genomen, werd door een volwassen werkman — de arbeiders zijn nu eens bij deze, dan weer bij gene branche werkzaam —