(—) October 1911. •) Volgens de berichten uit de industrie is de stand der arbeidsmarkt sinds de voorgaande maand in verscheidene bedrijven beter geworden. Bij den kolenmijnbouw was in het Ruhrgebied de toestand over het algemeen gunstig en in Opper- en Neder-Silezië de bedrijvigheid meerendeels bevredigend, terwijl in de bruinkolenbekkens van Midden-Duitschland veel omging. Zoowel bij den kolenmijnbouw als in eenige andere takken van nijverheid was echter groot gebrek aan wagens. In de chemische en de electrische industrie was flink werk en de toestand van de ruw-ijzerindustrie gaf over het algemeen reden tot tevredenheid. In de lakenindustrie is het iets drukker geworden, doch in de katoenspinnerijen bleef het nog steeds zeer slap. Weinig bevredigend was ook de toestand in de spiritusindustrie en zeer ongunstig die in de sigarenfabricage. In het bierbrouwersbedrijf was, vooral in het noorden, vermindering van het verbruik merkbaar.
Volgens de opgaven der plaatselijke ziekenkassen is de bedrijvigheid in October nog toegenomen. Op 1 November 1911 waren 48 226 personen (5 498 mannen en 42 728 vrouwen) meer werkzaam dan op 1 October. Stelt men het aantal op 1 Januari 1911 werk hebbende personen voor beide geslachten op 100, dan is in October vergeleken met de voorgaande maand het aantal werk hebbende mannen gestegen van 109 tot 110, dat der werk hebbende vrouwen van 103 tot 106. Van 1 990 309 leden van 51 vakbonden was einde October 1911 1,5 pCt. werkloos, tegen 1,6 pCt. einde October 1910 en 1,7 pCt. einde September 1911. Zoowel in vergelijking tot de voorgaande maand als tot October van het vorige jaar valt dus een kleine verbetering te constateeren. De cijfers der arbeidsbeurzen wijzen voor zoover de mannelijke arbeiders betreft alleen bij vergelijking met het vorige jaar op verbetering van den toestand, bij vergelijking met de voorgaande maand daarentegen op achteruitgang. Bij alle arbeidsbeurzen, die vergelijkbare opgaven inzonden, kwamen n.1. in October 1911 op 100 aanvragen door patroons om mannelijke arbeidskrachten 152 aanbiedingen voor, tegen 163 in October 1910 en 133 in September 1911; voor de vrouwelijke arbeidskrachten zijn de overeenkomstige cijfers resp. 114, 104 en 92. De ontvangsten uit het goederenvervoer op de Duitsche spoorwegen bedroegen in October 1911 175 837 769 M., d. i. 9 968868 M. meer dan in October 1910, hetgeen overeenkomt met eer) vermeerdering van 149 M. of 4,68 pCt. per K.M.
Frankrijk. (France.) September 1911.2) De wijnbouwers in het zuiden hadden het deze maand in verband met den oogst zeer druk. Daarentegen was een groot aantal houthakkers nog werkloos, daar door de buitengewoon hooge temperatuur en de ongewone droogte de werkzaamheden bij den landbouw reeds vroeg afgeloopen zijn, terwijl het hakken nog niet begonnen is. Bij den tuinbouw in den omtrek van Parijs gaat nog steeds zeer veel om. De toestand der textielnijverheid is minder gunstig; het gebrek aan werk uit zich zoowel in vermeerdering van het aantal werkloozen als in verkorting van den wekelijkschen arbeidsduur. In de metaalindustrie blijft de toestand bevredigend; alleen was de werkloosheid onder de vischblikkenmakers, hoewel iets minder dan de voorgaande maanden, nog steeds zeer belangrijk. De toestand in de drukkersbedrijven geeft over het algemeen reden tot tevredenheid. In de bouwvakken houdt de verslapping, die de voorgaande maand werd waargenomen, aan. De werkloosheid bij de lederen huidenbewerking blijft nog buitengewoon groot.
1091 vakorganisaties met 289 701 leden hebben voor September de vragenlijsten omtrent den stand der arbeidsmarkt en de werkloosheid beantwoord. Van deze organisaties gaven 858, met 233 887 leden, het aantal harer werkloozen op, n.1. 13 253 of gemiddeld 5,7 pCt. — de mijnwerkers in het departement Pas-deCalais medegerekend — en 6,5 pCt. wanneer dezen niet medegeteld worden. Dit laatste percentage bedroeg de voorgaande maand 6 en in September 1910 5,2. Door 20 pCt. der werkliedenorganisaties, met 13 pCt. der leden, werd geoordeeld dat er in September, vergeleken met de vorige maand, meer werk was, door 53 pCt. der organisaties, met 65 pCt. der leden, dat er evenveel, en door 27 pCt., met 22 pCt. der leden, dat er minder werk was. De vraag: „Acht gij den stand der arbeidsmarkt voor den tijd van het jaar bevredigend?" beantwoordden 611 vakorganisaties met 117 273 leden bevestigend, 308 met 122 807 leden daarentegen ontkennend. *
1) Reichs-Arbeitsblatt van November 1911.
2) Bulletin de 1'Office du Travail van October 1911.