BUITENLAND.

(ÉTRANQBR.)

Arbeidsmarkt.

(.Bulletin du travail.)

Canada. October 1911. ') Door den betrekkelijk overvloedigen oogst bleef de toestand van handel en industrie gunstig, terwijl de prijzen algemeen stegen en over het geheel aanmerkelijk hooger waren dan verleden jaar om dezen tijd. In de kolenmijnen van Nieuw-Schotland eu Vancouver Island werd meerendeels met volle kracht gewerkt en de kans op beëindiging van de staking bij de mijnen in Alberta en oostelijk Britsch-Columbië verbeterde. Bij de metaalmijnen bleef de bedrijvigheid groot en werd het in Britsch-Columbië nog drukker. Bij het houthakkersbedrijf wordt verwacht dat in de oostelijke provincies dezen winter minder gehakt zal worden dan in den vorigen, daar de overgebleven voorraden grooter zijn dan verleden jaar; in Britsch-Columbië ging echter bij dit bedrijf veel om. Bij den aanleg van spoorwegen heeft nog steeds een groot aantal arbeiders werk; met het oog op de naderende koude wordt algemeen met de werkzaamheden haast gemaakt. Hetzelfde geldt voor de bouwvakken, waarin veel grooter bedrijvigheid heerscht dan verleden jaar om dezen tijd. Het aanbod van arbeiders zonder vakkennis werd bijna overal door de vraag gedekt. De immigratie was veel grooter dan in dezelfde maand van 1910.

Duitschland. (Allemagne.) September 1911. 2) Volgens de berichten uit de industrie is de stand der arbeidsmarkt in September over het algemeen gunstiger geworden. Bij den kolenmijnbouw hield de slapte in het Ruhrgebied aan. In Opper-Silezië is de vraag naar steenkolen grooter geworden, doch werd de verzending door den lagen waterstand belemmerd; in Neder-Silezië was de afzet van kolen en cokes eveneens niet voldoende. De toestand in de textielindustrie bleef, met name wat de katoenspinnerijen betreft, ongunstig. Bij de machinenindustrie, de eiectrische en de chemische industrie en de bouwvakken was over het algemeen flink werk. Bij de binnenscheepvaart is door den regen verlevendiging ingetreden.

Volgens de opgaven der ziekenkassen is de bedrijvigheid in September wederom toegenomen. Op 1 October 1911 waren 71013 personen (37 783 mannen en 33 230 vrouwen) meer werkzaam dan op 1 September. Stelt men het aantal op 1 Januari 1911 werk hebbende personen voor beide geslachten op 100, dan steeg in September, vergeleken met de voorgaande maand, het aantal werk hebbende mannen van 108 tot 109, dat der werk hebbende vrouwen van 101 tot 103. Van de 1 977 851 leden van 53 vakbonden waren einde September 1911 1,7 pCt werkloos tegen 1,8 pCt. einde Augustus 1911 en einde September 1910. Zoowel in vergelijking tot de maand September van het vorige jaar als tot de voorgaande maand valt dus verbetering te constateeren. In het derde kwartaal bedroeg de werkelijke omvang der werkloosheid (verhouding tusschen het aantal dagen werkloosheid en dat der lidmaatschapsdagen) 1,1 pCt., tegen 1,2 pCt. in hetzelfde kwartaal van 1910 en 1,0 pCt. in het tweede kwartaal van 1911. De cijfers der arbeidsbeurzen wijzen, voor zoover de mannen betreft, vergeleken met verleden jaar en met de voorgaande maand eveneens op een verbetering. Bij alle arbeidsbeurzen, die vergelijkbare opgaven inzonden, kwamen in September 1911 op 100 aanvragen door patroons om mannelijke arbeidskrachten 133 aanbiedingen voor tegen 145 in September 1910 en 142 in Augustus 1911; voor de vrouwelijke arbeidskrachten zijn de overeenkomstige cijfers resp. 92, 87 en 90. De ontvangsten uit het goederenvervoer op de Duitsche spoorwegen bedroegen in September 1911 167 963 829 M., d. i. 15 095 605 M. meer dan in September 1910 hetgeen overeenkomt met een vermeerdering van 250 M. of 8,48 pCt. per K.M.

drnknrnM°fn 5tn^el^itoMdheiA "Labour DePartmen'" werd het Bureau door toezending der

nvmifht « t gesteld, vóór het ontvangen van het November-nummer van de „Labour Gazette" dit ovcrzicm op ic nemen.

2) Reichs-Arbeitsblatt van October 1911.

9