het ontwerp wilde — dat aan deze verplichting zal geacht worden te zijn voldaan, wanneer aangetoond wordt, dat de noodige bevelen zijn gegeven, de noodige middelen zijn verschaft en het redelijkerwijs te vorderen toezicht is gehouden om de naleving van de wettelijke bepalingen te verzekeren. Dit amendement werd verworpen.
Een amendement-Schaper om voor overtredingen uitsluitend hechtenis op te leggen in geval van een derde veroordeeling, indien die binnen twee jaar volgt op de tweede, werd door den voorsteller ingetrokken; een amendement van denzelfden afgevaardigde om de bepaling te laten vervallen welke de strafbaarheid uitsluit van hen, die een niet-leerplichtig kind van 12 jaar, waarvoor geen geschikte gelegenheid tot het ontvangen van onderwijs vóór 's middags 5 uur bestaat, laat werken, is verworpen.
Ten slotte worde nog vermeld, dat door de Regeering aan de inrichtingen, waarop de Arbeidswet niet van toepassing is, alsnog werden toegevoegd de gestichten, waarin kinderen worden opgevoed die ter beschikking van de Regeering zijn gesteld, terwijl verder een wijziging werd aangebracht, waardoor de wet thans wèl zal gelden voor inrichtingen, waar niet-militairen in dienst van den Staat onder leiding of toezicht van militairen werkzaam zijn.
De artikelen van het ontwerp zijn alle — de gewijzigde zoowel als de ongewijzigde — zonder hoofdelijke stemming aangenomen; het geheele ontwerp werd in de vergadering van 5 April j.1. aangenomen met 81 tegen 1 stem.
Verrichtingen tot verbetering der volkshuisvesting in 1909.
(Exécution de la loi sur l'amélioration des habitations en 1909.)
Door den Minister van Binnenlandsche Zaken is ter voldoening aan art. 52, 4de lid, der Woningwet, aan de Staten-Generaal een verslag aangeboden van hetgeen met betrekking tot verbetering der volkshuisvesting in de gemeenten is verricht in het jaar 1909.
Uit dit verslag is de tabel op blz. 290 samengesteld.
De kolommen 13 en 14 van deze tabel leeren, dat naar aanleiding van in 1909 genomen raadsbesluiten in dat jaar aan vereenigingen, enz. 15 voorschotten werden verleend tot een totaal bedrag van ten hoogste f 742 909, n.1. 14 voor bouw (bedrag f 712 909) en 1 voor krottenopruiming (in Friesland, bedrag f 30 000).
Naar aanleiding van vroeger genomen raadsbesluiten werden in 1909 nog 10 voorschotten verleend voor vereenigingsbouw tot een bedrag van f 381 240. Het totaal bedrag der 24 voorschotten in 1909 voor vereenigingsbouw was dus f 1094149. . . /1V
Tevens werden voorschotten verleend voor bouw (5) en krottenopruiming (1) van gemeentewege; deze bedragen waren resp. f 76 096 en f 100 000.
In 1909 werden alzoo 31 voorschotten verleend tot een gezamenlijk bedrag van ten hoogste f 1 300 245.
Ten behoeve van de uitvoering van bouwplannen van toegelaten lichamen en ten behoeve van gemeentebouw werd in het geheel gedurende 1909 uitbetaald een bedrag van f 1 258 722,975 (resp. voor 32 en 8 gemeenten), hetgeen met de vorige jaren uitbetaalde bedragen een totaal maakte van f 2 352 560,33.
Ingevolge ingestelde beroepen werden door Gedeputeerde Staten in Friesland 9, in Overijssel 8, in Groningen 2, in Noord-Holland 203, in Zuid-Holland 15 in Gelderland en in Limburg 1 woning(en) onbewoonbaar verklaard.