Het heerlijk avondje is gekomen .... en elk jaar weer zeggen we: „wij, groten, doen er dit keer niets aan”. En elk jaar weer zijn wij blij, als de Sint zich op het laatste ogenblik bedenkt. Wiens vingers trillen niet een beetje, als bij de pakjes open maakt? Wie probeert niet eerst • roefroef - het gedicht voor zichzelf te lezen? Het luide protest der anderen wordt dra een hartelijke lach en dan heffen wij dat glas feestelijke, béste bier op de goedheid van de Sint en op de warme vriendschap die tussen mensen kan bestaan.
Sint Nicolaas „vondelt". Assistent-accountant . . . wat rijmt déar nu weer op? O moeilijk Sinterklazen-vak, maar o verkwikkend biertje. Komaan, Sint, neem een teug. In die gouden fonkeling, in die tintelende smaak srhuilt blijmoedigheid, schuilt inspiratie. Als U bet op 5 December voor het kiezen had, wat koos IJ dan: een glas bier of de gard? Het bier is weer best.
Er is weer bokbier. Bokbier! Wie denkt nu niet aan een Breugheliaans tafereel vol overdaad? Bokbier! Nu ziet ge overal de ware bierdrinker met zo’n schuimend, robijnrood glas voor zich. Laat U eens inschenken. Nooit genoot U van een guller dronk. Zo weelderig van aroma, zo vol van smaak.