Mijnheer lucas, kijkt u eens! Kan van deze stof een blousje bij dat grijze pakje worden gemaakt?” „O Mimi, moet je zien, deze tikte ik vanmiddag op de kop, beeldjes hè?” — „...en mijnheer Lucas, ik kan overmorgen niet om twee uur passen want dan heb ik repetitie...” Albert Lucas — op zijn deur staat een bordje „Tailleurs et manteaux” — rent heen en weer met pas gereed gekomen modellen, met stoffen en half afgewerkte creaties. Hij is een jonge man die héél wat aan zijn hoofd heeft, want op hem rust de verantwoordelijkheid de beide actrices Mimi Boesnach en Truus Dekker van een nieuwe toneelgarderobe te voorzien. Met een kleine groep van de Nederlandse Comedie vertrekken zij voor een zesmaandelijks tournée naar Indonesië, met vier nieuwe stukken op het repertoire. Vier toneelstukken brengen voor de actrices heel wat kledingproblemen met zich mee, want denkt u nu niet dat er
zó maar wat aangetrokken wordt voor een bepaald stuk. Daar gaan vele uren van wikken en wegen, van ontwerpen, bestuderen en van kleuren kiezen aan vooraf, iets dat de schouwburgbezoekster gewoonlijk niet beseft. Voor een groot gedeelte moeten de actrices de kleren, die zij in moderne stukken dragen, zelf bekostigen. Toch zullen zij uit zuinigheidsoverwegingen nooit in twee of meerdere stukken dezelfde toiletten dragen. Zélf vrouw, weten zij immers maar al te goed hoe scherp op dit gebied het geheugen van een schouwburgbezoekster werkt. Doch u vergist zich, indien u veronderstelt dat toneelspeelsters zich op die manier
een benijdenswaardige garderobe aanschaffen, want de toiletten zijn voor toneel bedoeld en dus helemaal op effect berekend. „Ik heb ritsen avondtoiletten in de kast,” zegt Mimi Boesnach, „en ik draag ze nooit. Ik heb ook een jachtcostuum, ik zie me al jagen! En kijk nu deze huispyama eens,” lacht ze, „een pracht ding niet waar? Maar alleen voor de mondaine vrouw op het toneel. In huis doe ik liever gewoon.” Inderdaad, de glanzende turkooisblauwe en oranje huispyama is totaal ongeschikt voor een vrouw die thuis zelf de handen uit de mouwen moet steken. Ondertussen staan de dames klaar. Mimi Boesnach trekt een groenzwart satijnen cocktailtoilet aan: nauwe rok en kort jasje met zeer wijde mouwen, dat nog een laatste inspectie behoeft. Albert Lucas knikt. Hij is tevreden over het resultaat en dat kan hij ook zijn, want het staat de actrice bijzonder goed. Nog even een speldje hier, een steekje daar en: „Goed zo, trekt u het maar uit!” Truus
Dekker heeft zich inmiddels in een prachtig, grijs-wit gestreept pakje gestoken. Jong en slank als zij is, kan zij dit uitstekend dragen en Lucas heeft uit het streepeffect gehaald wat er te halen viel. Hij verandert nog iets aan de lengte, toneelkleren behoren altijd wat langer te zijn — en dan is ook dit pakje klaar om geperst te worden.
Nu nog de avondtoiletten. Truus ziet er schattig uit in een wit tafzijden toilet, met zwart fluwelen bolero en Mimi? Een „grande dame”, statig en voornaam in goudgeel satin-duchesse. Bij iedere beweging die zij maakt ruist de rok en deint met verrukkelijke zwier. Met critische ogen kijkt de ontwerper, met critische blikken staren de
actrices naar haar beeld in de spiegel. Zij maken gebaren lopen heen en weer en zien zich in gedachten reeds zó op de planken. Zou het succes zijn? Zullen de toiletten het dóén? Natuurlijk, de vrouwen in Indonesië zien reikhalzend uit naar ieder Nederlands toneelgezelschap en niet in het minst om de costumes, bovendien is Lucas een jong, maar uiterst bekwaam ontwerper, die zich op artistieke wijze van zijn taak heeft
gekweten, maar het publiek zal nooit beseffen, hoeveel uren van praten en haastig passen tussen de repetities door, hoeveel uitknobelen of dit of dat „er nog af kan” en hoeveel veranderingen-ophet-laatste-moment hieraan zijn voorafgegaan.
Links: „Als u nu deze satin-duchesse neemt, zult u eens zien hoe mooi dat toilet wordt!” Mimi Boesnach kijkt eens critisch, en Truus Dekker is wèg van dat ruitje.
Links: „U kunt het zó... of zó dragen.” Albert Lucas bespreekt met Mimi Boesnach een van de ontwerpen voor de nieuwe toneelgarderobe. Rechts: De jeugdige ontwerper is niet tevreden alvorens de japon ook werkelijk af is. Mimi Boesnach draagt hier een groen satijnen cocktailtoilet, Truus Dekker ’n grijswit gestreept pakje.
Rechts: Albert Lucas is nog jong, maar hjj heeft fantasie en vakmanschap, twee kwaliteiten die een goed mode-ontwerper niet mag missen. Rechts midden: Als er stoffen getoond moeten worden, assisteert mevrouw Lucas haar man.
Rechts: De toiletten die de actrices dragen zijn geheel en al op het toneel-effect berekend. Deze beide avond-japonnen vormen de glansstukken uit haar nieuwe garderobes.