aangesloten twintig vereenigingen, omvattende vrouwen en mannen van verschillende politieke richting en maatschappelijke positie;

uit persberichten vernomen hebbende, dat aan Uw departement in bewerking zou zijn een wetsontwerp tot beperking van den arbeid der vrouw in fabriek en kantoor;

brengt Uwe Excellentie eerbiediglijk in herinnering, dat par. 3, punt 1, van de Beginselverklaring van den Vrijzinnig-Democratischen Bond verlangt:

„Opheffing van alle wettelijke bepalingen, die de vrouw achterstellen bij den man";

van meening, dat zulk een wetsontwerp in strijd komt met bovenstaande beginsel;

spreekt mede op grond daarvan de hoop uit, dat door Uwe Excellentie niet zal worden medegewerkt aan het tot stand komen van wetsbepalingen, welke de vrouw alleen op grond harer sexe in een ongunstiger economische positie zullen plaatsen dan den man."

BUITENLAND VREDESBEWEGING

Van 3 tot 6 September zal te Genève een groote Internationale Vredes-Conferentie gehouden worden onder den naam: Rassemblement Universel pour la Paix.

Tot voorzitters werden benoemd lord Cecil of Chelwood en Pierre Cot, de nieuwe Fransche minister voor luchtvaart.

Onder de leden vinden wij Mrs. Corbett Ashby en Madame Malaterre-Sellier, terwijl onze landgenoote Rosa Manus het secretariaat van dit omvangrijke congres waarneemt.

Reeds zijn in 33 landen nationale comité's voor dit rassemblement benoemd.

Uit de door ons ontvangen mededeelingen blijkt, dat het congres als eerste taak voor zich ziet de coördinatie van alle vredeskrachten ter wereld en dat daarvoor allereerst uitgenoodigd zijn, naast de Volkenbondsvereenigingen, de vrouwenvredesvereenigingen, de oud-strijders, de vereeniging voor Internationale Vriendschap door de Kerken, de Internationale Conferentie van Intellectueelen, het Wereld-comité tegen Oorlog en Fascisme, de Wereldvereeniging van studenten en meer andere.

Het adres van het Congres is: Hotel la Résidence te Genève.

Nader vernemen wij dat ook in ons land een comité gevormd is voor deze Internationale Vredescampagne onder voorzitterschap van Mr. J. C. A. Everwijn, pres. v. d. Ver. v. Volkenbon den Vrede, en waarin, naast Prof. Böhl, pres. v. d. Wereldbond v. Vriendschap door de Kerken, Pater C. Timmer O. Carm vice voorz.

v. d. R.K. Vredesbond, en Ds. Hugenholtz, alg. secr. Kerk en Vrede, ook Mevr. Ramondt Hirschmann, pres. v. d. Intern. Vrouwenb. v. Vrede en Vrijheid, Mej. Mr. Frida Katz, pres. v. d. Nat. Vrouwenraad en Mevr. Mr. C. Bakker v. Bosse zitting hebben. Secr. is Mevr. Mr. B. J.

A. de Kanter v. Hettinga—Tromp, Laan van Meerdervoort 19, Den Haag.

Wij hopen later op dit belangrijke congres terug te komen.

INTERNATIONALE VROUWENRAAD CONGRES IN ZUID-SLAVIË.

23 Sept.—12 Oct.

Het bestuur van den Nationalen Vrouwenraad vestigt nog eens de aandacht van de leden van de Vereeniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap op de bizonder mooie gelegenheid om dit congres bij te wonen door zich aan te sluiten bij de delegatie. Plannen voor tal van uitstapjes gedurende het congres zijn gemaakt. De werkzaamheden bepalen zich tot de ochtenduren en bovendien is natuurlijk het bijwonen van de zittingen alleen verplicht voor de tien eerste gedelegeerden en de internationale „officers". Deze uitstapjes zijn door lagen stand van de Zuidslavische valuta (de dinar is ongeveer 3 cent) weinig kostbaar en het land is het bezoek ten volle waard. Er zijn uitstapjes van 75 cent, van ƒ 2.40 en de allerduurste, een dagtocht naar Cettinje, die op den Zondag zal plaats hebben, kost ƒ 7.50. Het officieele reisprogram, waarbij men zich kan aansluiten door zich alsnog op te geven bij de tweede secretaresse mevr. Van Rijn van Alkemade, le Weteringsplantsoen 18, Amsterdam C of bij mr. F. Hage, Frangois Maelsonstraat 56, Den Haag, is ook bij deze adressen aan te vragen.

UIT DE AFDEELINGEN

Amsterdam. — Meer-W^erk-Actie. —• Naar aanleiding van ons adres aan het College van

B. en W. inzake de „Meer-Werk-Actie", ontving onze afdeeling een uitnoodiging tot een bespreking met den voorzitter van het Comité, wethouder S. R. de Miranda.

In dit onderhoud bleek, dat er bij B. en W. geen enkel principieel bezwaar bestond tegen het opnemen van vrouwen in het, comité. Naar de wethouder ons mededeelde, waren echter alleen personen uitgenoodigd, die aan het hoofd stonden van groote ondernemingen. Voor zoover B. en W. bekend was, waren er in Amsterdam geen vrouwelijke werkgeefsters, die een groot bedrijf besturen.

Onzerzijds werd aangevoerd, dat onze stad