15
•ie
Pili
V D
Ie
c. Om bij het bezit van een doctoralen rang een leerstoel te kunnen bezetten.
d. Het recht, als rechtsgeleerde door het verleenen van rechtskundigen bijstand bij de rechtbank te kunnen optreden.
e. Het recht van voogdijschap, onder dezelfde voorwaarden, bij de wet ook den man voorgeschreven.
f. Het onderzoek naar het vaderschap.
g. In gehuwden staat hetzelfde recht op beheer en uitgave van het gemeenschappelijk vermogen als de man enz.
Om toi dat alles, waarop „de Vrouw" in een beschaafde maatschappij het recht heeft, te geraken, moeten de vrouwen zich vereenigen en samenwerken, zonder daarbij ook maar eenigszins te letten op kleur, rang of stand.
Om zich te vereenigen behoort echter tijd; en die bezit „de Vrouw", dank zij het huishouden, nooit. De eerste plicht van een vrouwenvereeniging moet dan ook zijn, door onderling overleg te trachten, met de groote hulp van heden ten dage: machinerie, chemie, techniek, den zwaren last van de vrouw, het huishouden, op alle mogelijke wijze te verlichten. Dat moet, naast geestelijke ontwikkeling, de eerste stao ziin. die leidt tot al het andere.
Elke vrouw, die een zandkorrel aandraagt op dien weg, helpt I
mede een reuzenwerk tot stand te brengen.'
Den 5den October werd in een vergadering in Café Suisse te Amsterdam de Vrije Vrouwenvereeniging met 72 leden opgericht. De pers was niet toegelaten maar een vrouw, die zich als lid had opgegeven en ervoor werd betaald, zond een persiflage aan de couranten, zoodat de nieuwe vereeniging reeds dadelijk werd bespot. Toch had dit <ok weer goede gevolgen, want, zoo vertelt ons Mevrouw Drucker:
„Onder de velen, die tengevolge van dit courantenbericht mij een bezoek brachten, hetzij om inlichtingen te verkrijgen, hetzij om kennis te maken, bevond zich ook de heer C. V. Gerritsen, echtgenoot van Dr. Aletta Jacobs, die met éénige loyaliteit ;ijn kostbare, uniek-feministische bibliotheek ter beschikking van de Vereeniging stelde."
De mannen echter op wier steun zij gerekend hadden (de socialisten) stelden de vrouwen te leur en bespotten haar streven.
„Achteraf is dat heel begrijpelijk", merkt Mevr. Drucker op:
„Wat de vrouw verkreeg moest komen van en door den nan. De V. V. V. nam hun een werk uit handen, dat zij beschouwden als een onvervreemdbaar sexe-erfdeel. Wat die Vereeniging deed was hun „lèse-majesté" en moest als zoodanig worden gestraft."
De absoluut onwelwillende houding der pers wijzigde zich, nadat op 7 Februari 1890 in een vergadering, uitgeschreven door den ,,Vrouwenbond tot Verhooging van het Zedelijk bewustzijn" ter bespreking tan een petitionnement i.z., het onderzoek haar het Vaderschap, een onÜer-
werp, dat voor haar een heel bijzondere beteekenis had, Mevr. Druc^t
het woord had gevoerd en Prof. W. Gunning zich in de letterlijke teekenis aan haar zijde had geschaard. De ruimte laat hier niet
verder uit te wijden over de V. V. V., waarvan in 1893 het initia'
uitging tot de oprichting op 5 Februari 1894 van de Vereeniging
V rouwenkiesrecht.
QnnPfli rr K1 oo\r Ho lat Hcfare rlor Voroonirrinrr H n4- a<at-i -Pottin1'.
upvv.ui^ v-*v_ iv.iuon-i «j u>-i v wivtiugiug, uui V i i Afti,
tisch vrouwenblad onontbeerlijk was om haar denkbeelden de w^L f
in te dragen en 5 April 1893 verscheen het eerste nummer van „Ew 1 tie" waarvan wij 2 Dec. 1925 het 18de nummer van den 33sten jaarg^E
ontvingen, het laatsre door Mevr. Drucker geredigeerd. In den ar? '
ginne hebben verschillende bekende feministen in binnen- en buiWev
land, mannen zoowel als vrouwen de redactie gehad, maar ten slott1^ deze gebleven in handen van de twee vrouwen, die er haar stempels hebben gedrukt, de nu overleden redactrice en Theodora P. B.
die in November 1912 door den dood aan haar werk werd ontrukt^ Evolutie heeft tot het laatst toe beantwoord aan het doel waa^1 w het werd opgericht, n.1.:
„langs geleidelijken weg maatschappelijke toestanden te beteren en vooral die, waaronder vrouwen gebukt gaan." ,rak De onderwerpen waarover in hoofdzaak de inhoud handelt, V#' Vrouwenarbeid, Vrouwenkiesrecht, Seksueele Ethiek, Onde^1. £ Maatschappelijk werk en Achterstelling der Vrouw. In de latere jsm, gangen nemen ook Militarisme, Pacifisme en Partij-Politiek l*r groote plaats in, terwijl vooral in de oorlogsjaren de Distributie^ over het algemeen de Économische Toestand in hooge mate haaf langstelling hadden.
Over Vrouwenarbeid vooral geeft het blad een uitgebreid over^L^ Het is daarin dat wij van af het eerste oogenblik den strijd W,/' volgen, die gestreden werd en nog wordt, om het recht op arbeid" * de gehuwde vrouw. Wij vinden er gegevens over bescherming! ^ Vrouwenarbeid, over den huishoudelijken arbeid, over huishoudo^'S wijs en huisindustrie, over arbeidsinspectie, over uitsluiting van Vrpe wen, over vakvereenigingen en (dit was een geliefkoosd oriaerWem over de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. j Bij de behandeling var. den huiselijken arbeid komt telkens^ dienstbodenvraagstuk naar, voren. Zij vraagt naar aanleiding daa^'i. „Aan wie de schuld, dat de dienstbode weigert zich lanfï^ laten onderdrukken, zooals zij dat eeuwenlang deed?" t n
Het antwoord duidt: /8
„aan onze voormoeders en moeders en ook aan ons zeWfi Witte, ongeëelte handen hebben wij gesteld als kenmerk Re voornaamheid, vereelte als die van inferioriteit." De schrijfster wist den handenarbeid in de huishouding verrichtr jwaarde te schatten. fojü
Terugziende op het werk van Mevrouw Drucker zién wij hoe 1 haar werk van den aanvang af zichzelf is gelijk gebleven. Trouw' haar idealen, steeds recht afgaande op haar doel, rechtvaardig eerliik. Het tvoe van een geniale baanbreekster. En zii was goed v, I
- J 1 w -
haar medemenschen, goed voor haar omgeving.
Zij is heengegaan en haar heengaan laat een leegte achter iv } vrouwenbeweging, waar haar naam zooveel jaren een opwekke' klank heeft gehad. . ,
Vooral in de vergaderirigen van den Nationalen Vrouwenraad bij. zij telkens opnieuw door ons gemist worden. J8os
up naar zijn eigenlijk met een Kleine wijziging van toepassu'fj
woorden waarmede zij, doelende op de V. V. V. ihaar artikel i"
aU LIn «/4Knr\1r t-i r\r> 11 < ■ 4- •
L.U^yLIU^dCUlötü HdllUUUCIV UCÖ1U11 . 'I
Zonder zelfoverschatting mocht zij zeggen: „Ik heb niet .L niet geleefd. Het bestaan der Nederlandsche Vrouw (is) , f|e
mnnipr ip+s riikpr ipts hptppkpnisvnller dan tnpn iW miin ^
i — j _ 1 jt'i i i _ „_ i t_ si. ™^ — i.: _ i_ • • i '' I t
hpfrnn pn fnt rtif hpfprp hph ik miin sfppntip hiifrpHrnfrpn
H. VAN BIEMA—HIJMAN5
l) Amsterdam — Uitgevers-Maatschappij „Elsevier" — 1918- ^ \
TWEEËRLEI CRISIS.
Een tijdlang is de sleepende regeeringscrisis bijna gehee U~1 1 —A W
'«ïn
i ,
onze belanastellina verdronaen door die andere, levende.
stigende crisistoestand, het dreigende hooge water en den
der aan de rivieren grenzende dorpen en steden.
A „„1 - • TvT- J ,1 i ^;if\
r\an unie yruuie, scnuuiie rivieren ucjiiki ingucjucuiu staan, diezelfde groote, woeste watermassa's zouden ons land ° wegspoelen, als daar niet waren onze dijken, die stevige, hf ^ waterkeeringen. Ik heb gestaan höog boven op zoo'n dijk ef eJ hèt machtige, woelende water er langs zien stormen, hoofl rD bijna aan de kruin reikend en daarachter in de diepte, lage