NAAR AANLEIDING VAN WAT „EEN MAN IN DE TELEGRAAF" SCHRIJFT, i)

In het dagblad Be Telegraaf werden onlangs een viertal artikelen geplaatst onder den titel: „De Oorlog en de Vrouwenbeweging", door Een Man. Deze artikelen zijn hoogst belangwekkend; zij bevatten zeer veel wat ernstige overdenking verdiend en waarmede wij volkomen kunnen instemmen. Doch — ze zijn geschreven door een man, en dientengevolge zijn de beschouwingen en conclusies de resultaten van uitsluitend mannelijk standpunt en mannelijk inzicht. En hoewel wij groote waardeering hebben voor het geschrevene, en het toejuichen dat mannen zich thans in meerdere mate dan vroeger aan de vrouwenbeweging laten gelegen liggen, er belangstelling voor toonen, en haar als

noodzakelijk en onvermijdbaar erkennen, zoo is het aan den anderen kant begrijpelijk, dat hetgene door „Een Man" in Be Telegraaf werd geschreven, er van vrouwelijk standpunt bezien op verschillende punten eenigszins anders uitziet. Wij willen daarom onzerzijds eenige beschouwingen geven over hetzelfde onderwerp, en zullen daartoe de artikelen in De Telegraaf tot leiddraad nemen en op den voet volgen.

De schrijver zegt zeer terecht dat, wanneer eindelijk de vrede weer zal zijn teruggekeerd in onze diepgeschokte maatschappij, het eene onmogelijkheid is dat alles zal blijven bij het oude, en dat wij eenvoudig weer zouden kunnen

terugkrijgen cie toestanden van voor den oorlog. Dit kan niet wat betreft de staatkundige grensscheidingen der landen; doch het kan evenmin ten opzichte van de economische verhoudingen. Men zal na den oorlog met reent kunnen spreken van een „Umwertung aller Werte".

In de eerste plaats zullen er in het maatschappelijk leven in de thans oorlogvoerende landen groote veranderingen plaats grijpen tengevolge van het sneuvelen en verminkt worden van zoovelen der krachtigste mannen en jongelieden. Schrijver verwacht vooral te dezen opzichte veel heil van het optreden der vrouwenbeweging, teneinde de door den massa-moord ontstane wanverhoudingen zoo spoedig mogelijk te herstellen. In de wijze waarop van die vrouwenbeweging een ingrijpen ten goede wordt verwacht, loopt onze zienswijze en die van „een man" echter uiteen. Ook wij verwachten zeer veel van de vrouwenbeweging voor de naaste toekomst 3n wij zijn zelfs de meening toegedaan, dat, zooals na de Aansche revolutie en de daaruit ontstane oorlogen, de zoogenaamde derde stand naar voren kwam en invloed verkreeg op het staatkundig en economisch leven, het thans na den wereldkrijg de vrouwen zullen zijn wier inzicht en medewerking een stempel zal drukken op de sociale en politieke verhoudingen, en die zoodoende het toekomstig leven der volken voor een groot deel zullen beheerschen.

Maar wij willen niet vooruitloopen, doch gaandeweg onze opmerkingen of bezwaren ten beste geven, daarbij ingaande op het verzoek van „een man" om zijn arbeid met welwillende critiek te beschouwen.

Om te beginnen brengt schrijver in herinnering hoe voornamelijk van de zijde der vrouwen, maar ook door vele mannen, vooral die van vrijzinnigen huize, een invloed ten goede wordt verwacht van het optreden der vrouwen in de politiek. Niet enkel vrouwen, maaj" zelfs mannen beweren dat de hedendaagsche catastrofe niet zou ontstaan

zijn, indien gedurende de laatste kwarteeuw de vrouw internationaal in de politiek had kunnen mede beslissen, zoo zegt hij.

Het is hier niet de plaats om deze meening te'verdedigen of te bestrijden. Gezien echter hoe anders de normale vrouw tegenover oorlogvoeren en militarisme staat dan de man tot dusverre althans in vele staten, mag men voor de toekomst van de medewerking der vrouw op politiek gebied verwachten een krachtig streven om de oplossing van staatkundige geschillen te vinden door middel van internationale rechtspraak.

„Met het uitbreken van den oorlog", aldus een man, „is een sterke wijziging ingetreden in de propaganda van de vrouwenbeweging, inzonderheid in die der Engelsche, algemeen bekend onder den naam van de „Suffragettes". De suffragettes maken tegenwoordig een ijverige progaganda onder de mannen voor vrijwillige dienstneming bij het leger en agiteeren voor het op groote schaal gebruik maken van vrouwelijke arbeidskrachten bij de productie van munutie. Ook in Frankrijk en Duitschland hebben de vrouwenverenigingen haar krachten ter beschikking gesteld van de regeeringen".

Het bovenstaande is niet geheel juist. Wel hebben in de verschillende landen, ook in de neutrale, de vrouwenvereenigingen bij het uitbreken van den oorlog hare krachten beschikbaar gesteld ten bate van het algemeen welziin. Rn

juist van deze vrouwenverenigingen ging een groote kracht uit, door dat zij, zelve organisaties die vele werkkrachten in een minimum van tijd konden mobiliseeren, ook tevens geschoolde krachten gaven, krachten met organiseerend talent en gewend aan het verrichten van gemeenschappelijk, veelal ook maatschappelijk- werk. Ook in ons land was, onmiddellijk nadat de mobilisatie was afgekondigd, de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, tevens de grootste vrouwenvereniging hier te lande, de eerste die de gewone propaganda stop zette, en hare leden aanspoorde om te helpen waar te helpen viel, opdat in ons vaderland zoo min mogelijk geleden zou worden onder de economische schok die het uitbreken van den oorlog teweeg bracht. En thans, nadat de volkerenworsteling ruim een jaar heeft geduurd, zijn het nog steeds in de eerste plaats leden van onze vereniging die in steuncomités en bij de verzorging van Belgische vluchtelingen goede diensten verrichten.

Maar het kan er niet mee door om datgene wat aan de overzijde van het Kanaal de suffragettes doen, te brandmerken als het werk van de Engelsche vrouwenbeweging. Ten eerste zijn het niet eens de suffragettes die willen dat de vrouwen zullen helpen bij het maken van munutie, doch slechts een gedeelte van deze befaamde groep kiesrechtvrouwen. En ten tweede kan men onmogeliik beweren dat

de suffragettes zouden vormen den Egelsclie vrouwenbeweging. Wie goed is ingelicht, weet dat deze militante groep slechts een klein onderdeel uitmaakt van de vrouwen die in Engeland om politieke rechten vragen. Verreweg de groote meerderheid der vrouwen in Groot-Brittannië werkt op dezelfde gematigde wijze voor haar politieke ontvoogding, als de Nederlandsche vrouwen en zij die in andere landen

beland lik niLwfonlever? hÏE Z°° i80"1 Werd toegezonden< om de eenvoudige reden, dat deze komkommertijd geen

welke artikdeiT mfit ^t- rinff nn ^n V! ^- keer ®en beschouwing gegeven over de in ,de Telegraaf" verschenen artikelen van „Een Man" artikelen met t oog op onze huidige actie van veel belang zijn, ten opzichte van de publieke opinie.