p__ ■■ . - lil I K 1—1 15e Jaargang No. 9
Maandblad van de Nederlandse Vereniging voor B TOi JH H
Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en gelijk Staatsburgerschap HH HBHI ÊÊ SI » H H v
REDACTIE-COMMISSIE:
M. van Brink-Poort, Kam. Onnesweg 160, Hilversum. C. A. van Eek, Bloemendaal 9, Zaltbommel.
J. A. van der Molen-de Baan, G. Gezellestraat 21, Eindhoven,
Administratie Maandblad.
Mr. A. M. Ruding-Fehmers, Baronielaan 4, Breda.
Bureau der Vereniging: van Speykstraat 153, Den Haag. tel. 320267.
Secretaresse: A. C. Mayer-Landmann, Riouwstraat 150.
\
Penningmeesteresse: I. S. Stibbe-Koopman, Storm van 's-Gravesandeweg 50, Wassenaar.
Giro der ver. 's-Gravenhage 110444, t.n.v. de Ned. ver. voor Vrouwenbelangen, Vrouwenarbeid en gelijk Staatsburgerschap
J
inöRukken van stRAAtsBURq
Op 7 Augustus waren enkele leden van de Beweging van Europese Federalisten naar Straatsburg getrokken, „de hoofdstad van Europa", waar de Assemblée consultative van de Raad van Europa geopend werd.
Moest verleden jaar deze Raad zijn zitting nog in de Universiteit van Straatsburg houden, dit jaar kon een eigen woning betrokken worden. In zes maanden tijd is men er in geslaagd voor het Parlement van Europa een wit paleis te bouwen dat aan alle eisen voldoet, en waar ook de secretariaten der verschillende delegaties zijn ondergebracht. Dit gebouw is in zo'n harmonische stijl opgetrokken, aan alle details is zó grote zorg besteed, (b.v. aan de verlichting en aan de accoustiek van de vergaderzaal waar de plenaire zittingen plaats vinden), dat er van het geheel ,
een grote rust uitgaat.
Het gevoel van een historisch ogenblik mede te maken, kwam bij ons op toen, nadat de vlaggen van de 15 deel¬
nemende landen tegelijkertijd op het V voorplein gehesen waren, de leden van de raad, w.o. Churchill, Spaak, Schuman e.a. zich in plechtige optocht naar de vergaderzaal begaven, waar door het oudste lid, de 87-jarige Italiaan Boggiano Pico, geflankeerd door de 2 jongste leden van de Raad, het openingswoord werd gesproken. Ontroerd eindigde de grijsaard met de woorden: „Debout, vieille Europe, si riche de culture et d'histoire. Implorons Dieu pour qu'il nous inspire la concorde la plus parfaite et qu'il guide les travaux que nous allons commencer".
De presidents-verkiezing die daarop volgde droeg een enigszins sensationeel karakter. Spaak was de enige candidaat die hiervoor was voorgedragen. De meningen waren hierover, in verband met de recente gebeurtenissen in België, verdeeld. Heftig klonken de stemmen van de voor- en tegenstanders door de zaal. Door een der Hollandse afgevaardigden werd met de meeste ernst gewezen op het gevaar, de afgevaardigden te beoordelen naar hun houding op het terrein van binnenlandse politiek. „Dat zou wel eens het einde van de Raad van Europa kunnen betekenen", zo meende hij. Deze spreker werd o.m. gesteund door Churchill, die van oordeel was dat Spaak beoordeeld moest worden naar zijn Europese daden, en daarnaar alleen, en Spaak heeft tot nu toe de Assemblée op onnavolgbare wijze geleid. Zoals bekend behaalde Spaak de meerderheid. Toen Spaak daarna de voorzitterszetel innam, wees hij allereerst op de grote historische betekenis van de toetreding tot de Raad van de vertegenwoordigers vanWest-Duitsland, vanhet Saargebied en van
DOOR
MEJ. LUCIE ORT
Ierland. „De ernst van het ogenblik toch", aldus Spaak, „legt aan alle Europese krachten de verplichting op zich te verenigen om samen te werken voor een gemeenschappelijk welzijn". Toen de Duitse vertegenwoordiger hierop antwoordde dat zijn land naar zijn beste weten en gevoelen wil medewerken, kwam een gevoel van bevrediging bij ons op, dat nu ook van die kant de bereidheid tot samenwerking met de andere landen in een Verenigd Europa gehoord kon worden.
De meest belangrijke vergadering woonden wij 2 dagen later bij, toen Robert Schuman, de Franse Minister van Buitenlandse Zaken, in de Assemblée zijn plan kwam toelichten. Het was op zich zelf reeds een verheugend verschijnsel dat een lid van het Comité van Ministers zelf dit contact met de Assem¬
blée heeft gezocht. Zoals wellicht bekend, is n.1. de verhouding van de Assemblée tot het Comité van Ministers nog altijd gespannen. Er wordt dan ook steeds door de afgevaardigden aangedrongen op ver-
sterking van contact tussen deze beide
lichamen. Met dit project, dat de gehele West-Europese kolen- en staalindustrie in een „pool" onder een boven-nationaal orgaan wil samenvoegen, een Hoge Autoriteit, is Frankrijk plotseling aan de top gekomen.
„Dit project", zeide een onzer Ned. Afgevaardigde, Mej. Dr. Klompé, in een persconferentie, „lijkt inderdaad uitermate geschikt om de „eerste steen" te gaan vormen, waarmee het ontworpen gebouw van een Verenigd Europa uit het blauwdrukstadium in een fase van „werk in uitvoering" zou komen".
De wijze waarop Schuman zijn plan aan de Assemblée voorlegde, heeft ons diep getroffen. Zij werd gekenmerkt door grote soberheid en door grote ernst. Niet iedereen deelde in dit opzicht onze zienswijze. „Als Bidault dit had voorgedragen zou de zaal door het enthousiasme der toehoorders zijn afgebroken", zeide mij een functionaris, die geregeld de zittingen bijwoonde. Ook enkele couranten spreken hun teleurstelling er over uit, dat dit plan met zo weinig vuur was voorgedragen. O.i. echter was een dynamische redevoering hier niet nodig. Wat men uit deze uiteenzetting, die getuigde van een aan de Fransen zo eigen klaarheid, kon beluisteren, was de intensieve wil om door een positieve daad tot een belangrijke samenwerking van de aangesloten landen in Europa te komen.
Kenmerkend ook voor de Europese geest die uit deze redevoering sprak, was Schuman's bereidheid om het principe te aanvaarden, dat de deelnemende Staten in zekere mate afstand zullen doen van hun souvereine