NOTA VAN TOELICHTING

Op 29 januari 2004 is gepubliceerd richtlijn nr. 2003/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 december 2003 (PbEU 2004, L 24) tot wijziging van richtlijn 94/35/EG inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, verder te noemen: richtlijn 2003/115/EG. Richtlijn 2003/115/EG dient te worden uitgevoerd door een wijziging van het Warenwetbesluit Zoetstoffen en van de Warenwetregeling Gebruik van zoetstoffen in levensmiddelen.

Bij dit besluit wordt de ter uitvoering van richtlijn 2003/115/EG noodzakelijke wijziging aangebracht in artikel 6, vierde lid, van het Warenwetbesluit Zoetstoffen. Daarbij is van de gelegenheid gebruik gemaakt te verduidelijken dat de vermelding «bevat een bron van fenylalanine» krachtens artikel 5, tweede lid, van richtlijn 94/35/EG, ook dient voor te komen op de verpakking van zoetstoffen met aspartaam.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen enerzijds richtlijn 2003/115/EG, en anderzijds dit wijzigingsbesluit, het Warenwetbesluit Zoetstoffen, en de Warenwetregeling Gebruik van zoetstoffen in levensmiddelen.

Richtlijn 2003/115/EG dit besluit/het Warenwetbesluit Zoetstoffen/de Warenwetregeling Gebruik van zoetstoffen in levensmiddelen artikel 1 punt 1 - (geen implementatie vereist) artikel 1 punt 2 artikel I van dit besluit/artikel 6, vierde lid, van het Warenwetbesluit Zoetstoffen artikel 1 punt 3 - (geen implementatie vereist) artikel 1 punt 4 Warenwetregeling Gebruik van zoetstoffen in levensmiddelen artikel 2 - (geen implementatie vereist) artikel 3, eerste streepje artikel III van dit besluit artikel 3, tweede streepje artikel II van dit besluit artikel 4 en artikel 5 - (geen implementatie vereist) bijlage Warenwetregeling Gebruik van zoetstoffen in levensmiddelen

Dit besluit heeft in Nederland slechts gevolgen voor enkele producenten van zoetstoffen. Als gevolg van dit besluit zullen door hen naar verwachting in totaal omstreeks 30 etiketten eenmalig aangepast moeten worden. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het betrokken bedrijfsleven hebben vastgesteld dat de totale administratieve lasten van dit besluit eenmalig omstreeks € 7000,- bedragen.

Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). Dat college heeft het besluit echter niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J. F. Hoogervorst