g. privé-kilometers: alle door de betrokkene met de dienstauto verreden kilometers verminderd met - het aantal kilometers tijdens dienstreizen; - het aantal woon/werkverkeerkilometers;

B

In artikel 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het tweede lid komt te vervallen. 2. Het derde en het vierde lid worden vernummerd tot respectievelijk het tweede en het derde lid.

Na artikel 3 wordt een nieuw artikel 3a ingevoegd, luidend:

Artikel 3a

1. De betrokkene aan wie door Onze minister schriftelijk toestemming is verleend om een dienstauto voor het afleggen van privé-kilometers te gebruiken is daarvoor per verreden kilometer een door Onze minister van Binnenlandse Zaken vast te stellen bedrag aan het Rijk verschuldigd. 2. Op basis van een zo nauwkeurig mogelijke inschatting van de af te leggen privé-kilometers wordt bij wijze van voorschot een maandelijks verschuldigd bedrag vastgesteld. 3. De op grond van het eerste lid verschuldigde bedragen worden verrekend met reeds betaalde voorschotten. De verrekening geschiedt binnen drie maanden na door Onze minister te bepalen tijdstippen. 4. De navolgende kosten die verband houden met het onderhoud en gebruik van een voor het afleggen van privé-kilometers ter beschikking gestelde dienstauto zijn voor rekening van de betrokkene: a. kosten voor boetes en bekeuringen; b. kosten voor reiniging van de auto; c. kosten voor aanpassingen aan of in de auto, tenzij Onze minister te kennen heeft gegeven dat de aanpassingen in verband met de dienstuitoefening noodzakelijk zijn; d. parkeer-, veer- en tolgelden bij privé-gebruik van de auto. 5. De betrokkene kan worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door de dienst geleden schade verband houdende met het gebruik van een voor het afleggen van privé-kilometers ter beschikking gestelde dienstauto, voor zover deze aan hem is te wijten dan wel is veroorzaakt door een persoon wiens handelen aan de betrokkene kan worden toegerekend. 6. De kosten die verband houden met een tussentijdse beëindiging van een leasecontract voor een dienstauto kunnen geheel of gedeeltelijk op de betrokkene worden verhaald volgens de door Onze minister te stellen regels. 7. De meerkosten voor zowel het privé-gebruik als het zakelijk gebruik van de op verzoek van de betrokkene ter beschikking gestelde dienstauto waarvan de cataloguswaarde uitgaat boven het door Onze minister vastgestelde gebruikelijke bedrag worden op de betrokkene verhaald volgens de door Onze minister te stellen regels.

D

Artikel 4 komt te luiden:

1. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen, welke afwijkt van de bij of krachtens dit besluit gestelde regelen. 2. Ingeval andere dan de in dit besluit genoemde voordelen worden