Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1987

639

Wet van 3 december 1987, houdende wijziging van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1986

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzakelijkheid is gebleken van een wijziging van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1986, vastgesteld bij de Wet van 26 maart 1 986, Stb. 201;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 2 april 1987 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1986 (wijziging naar aanleiding van de Voorjaarsnota; eerste wijzigingsvoorstel) tot wet is verheven, wordt de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1986 gewijzigd zoals is aangegeven in de bij deze wet behorende staat.

ARTIKEL II

Indien het in artikel I genoemde voorstel van wet tot wet is verheven, wordt het bedrag bedoeld in artikel 7 van de Financiƫle-Verhoudingswet 1984 (Stb. 1983, 650) ter zake van de algemene uitkering voor het uitkeringsjaar 1986 vastgesteld op f 11 949 900 000.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.