Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 1987
636
Rijkswet van 26 november 1987, houdende goedkeuring van het dd. 23 juni 1981 te Genève tot stand gekomen lAO-Verdrag nr. 156 (Verdrag betreffende gelijke kansen en gelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke arbeiders; arbeiders met gezinsverantwoordelijkheid) (Trb. 1981, 244 en Trb. 1982, 101)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 23 juni 1981 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende gelijke kansen en gelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke arbeiders; arbeiders met gezinsverantwoordelijkheid (Verdrag nr. 156, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zevenenzestigste zitting) (Trb. 1981, 244 en Trb. 1982, 101) ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 23 juni 1981 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende gelijke kansen en gelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke arbeiders; arbeiders met gezinsverantwoordelijkheid (Verdrag nr. 156, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zevenenzestigste zitting) waarvan de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling daarvan in het Nederlands, zijn geplaatst in de Tractatenbladen 1981,244 en 1982, 101, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.
Artikel 2
Deze Rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na heden.