HOOFDSTUK II. DE COÖRDINATIE VAN DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN

Artikel 3

Onze betrokken Ministers plegen regelmatig overleg over hun beleid betreffende de diensten en de coördinatie van dat beleid.

Artikel 4

Er is een coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten die tot taak heeft overeenkomstig de aanwijzingen van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, in overeenstemming met Onze overige betrokken Ministers:

a. het in artikel 3 bedoelde overleg voor te bereiden; b. de uitvoering van de taken van de diensten te coördineren; c. Onze betrokken Ministers voorstellen te doen betreffende de uitvoering van de taken van de diensten.

Artikel 5

De coördinator wordt op gemeenschappelijke voordracht van Onze betrokken Ministers bij koninklijk besluit aangewezen.

Artikel 6

De hoofden van de diensten verlenen de coördinator medewerking voor de uitoefening van zijn taak. Zij zijn gehouden hem daartoe alle nodige gegevens te verschaffen.

Artikel 7

De coördinator stelt Onze betrokken Ministers bij voortduring in kennis van al hetgeen van belang kan zijn.

HOOFDSTUK III. DE DIENSTEN EN HUN TAAK

Artikel 8

1. Er is een Binnenlandse Veiligheidsdienst. 2. Deze heeft tot taak: a. het verzamelen van gegevens omtrent organisaties en personen welke door de doelen die zij nastreven, dan wel door hun activiteiten aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel voor de veiligheid of voor andere gewichtige belangen van de Staat; b. het verrichten van veiligheidsonderzoeken ter zake van de vervulling van vertrouwensfuncties, dan wel van functies in het bedrijfsleven, welke naar het oordeel van Onze terzake verantwoordelijke Ministers de mogelijkheid bieden de veiligheid of andere gewichtige belangen van de Staat te schaden; c. het bevorderen van maatregelen ter beveiliging van gegevens waarvan de geheimhouding door het belang van de Staat wordt geboden en van die onderdelen van de overheidsdienst en van het bedrijfsleven, welke naar het oordeel van Onze terzake verantwoordelijke Ministers van vitaal belang zijn voor de instandhouding van het maatschappelijk leven.

Artikel 9

1. Er is een Militaire Inlichtingendienst.