Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 1 987
635
Wet van 3 december 1987, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regels te stellen betreffende de diensten die belast zijn met het verzamelen van gegevens en het bevorderen van maatregelen in het belang van de staatsveiligheid en andere gewichtige belangen van de Staat;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK I. INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1
1. In deze wet wordt verstaan onder: dienst: een inlichtingen-of veiligheidsdienst; inlichtingen- en veiligheidsdiensten: de Binnenlandse Veiligheidsdienst; de Militaire Inlichtingendienst; de Inlichtingendienst Buitenland; de coördinator: de coördinator van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten; Onze betrokken Minister: ten aanzien van de Binnenlandse Veiligheidsdienst: Onze Minister van Binnenlandse Zaken; ten aanzien van de Militaire Inlichtingendienst: Onze Minister van Defensie; ten aanzien van de Inlichtingendienst Buitenland: Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken; ten aanzien van de coördinator: Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken. 2. In deze wet wordt mede verstaan onder: ambtenaar: arbeidscontractant naar burgerlijk recht.
Artikel 2
De coördinator en de diensten verrichten hun taak in gebondenheid aan de wet en in ondergeschiktheid aan Onze betrokken Minister.